University of Twente Student Theses
In oog met actie
Hoogstraat, J.B. (2006) In oog met actie.
PDF
659kB |
Abstract: | In 1997 is de Vereniging Milieudefensie begonnen met het bedenken en uitwerken van plannen betreffende haar profilering. Daarvoor zijn meerdere, imago gerelateerde onderzoeken uitgevoerd. Haar medewerkers zijn al een tijd bezig invulling aan het imagoveranderingsproces te geven. Dit onderzoek is daar een hulpmiddel voor. Een van de manieren waarop Milieudefensie communiceert met het gewone publiek is via krantenartikelen, die berichten over haar acties. Deze communicatie en de beleving van het publiek daarbij zijn belangrijk voor Milieudefensie en het onderwerp van dit onderzoek. De probleemstelling die hieruit volgt, luidt: ‘hoe beleeft het gewone publiek de verschillende actievormen van Milieudefensie waarmee het via de media in aanraking komt? Sluit deze beleving aan bij het gewenste imago van Milieudefensie?’. Hierbij zijn de mening van de respondent richting het milieu in het algemeen, het milieuprobleem uit het artikel en de actievorm van belang. Ook het wel of niet lid zijn van Milieudefensie of een andere milieuorganisatie speelt een rol. Deze variabelen zijn ook meegenomen. Voor een gedegen analyse is het van belang eerst de interne consistentie en de controle op de experimentele manipulatie te bekijken. Na de uitvoering van enkele berekeningen blijkt dat de opzet van het onderzoek goed is. De resultaten geven aan dat de gemiddelde attitude tussen neutraal en voldoende ligt. De gemiddelde betrokkenheid is op -0,1 berekend, terwijl de gemiddelde beoordelingen van de effectiviteit van en de sympathie voor de acties uitkomen op respectievelijk 2,3 en 2,5. Bij alle afhankelijke variabelen valt winst te behalen. De matige betrokkenheid geeft aan dat de attitude van de respondenten niet zo sterk is. Voor Milieudefensie bestaan mogelijkheden deze te veranderen. Er zijn verschillen tussen de vier condities. Zo zorgt de onafhankelijke variabele mate van levendigheid voor een hoofdeffect bij de gemiddelde attitude. De mate van confrontatie heeft een significant effect op de gemiddelde betrokkenheid en de gemiddelde sympathie richting de acties. Alle vier afhankelijke variabelen ondervinden een interactie-effect. Doordat gemiddelde effectiviteit van geen van beide een hoofdeffect ondervindt, kan de onderzoeker niets met dit interactie-effect. Gekeken naar betrokkenheid en attitude betekent dit dat de keuze na het gebruik van een van de informerende acties, die beide positief uit het onderzoek komen en daarom goed bruikbaar zijn, een belangrijke is. De keuze voor een levendig confronterende actie zorgt voor lage scores bij beide afhankelijke variabelen. Milieudefensie doet er verstandig aan voorzichtig te zijn met de inzet van deze actievorm. Mocht het toch nodig zijn, dan is het voor Milieudefensie belangrijk te zorgen dat een dergelijke actie niet uit de lucht komt vallen. Door middel van communicatiecampagnes kan ze ervoor zorgen dat het hele voortraject duidelijk is. Bij de bleek confronterende actie daarentegen hebben verreweg de meeste respondenten een positieve attitude en betrokkenheid. Bij de gemiddelde sympathie voor de acties geeft alleen de bleek informerende actie een lagere score, de overige drie liggen dicht bij elkaar. |
Item Type: | Essay (Master) |
Clients: | Vereniging Milieudefensie |
Faculty: | BMS: Behavioural, Management and Social Sciences |
Subject: | 05 communication studies |
Programme: | Communication Science MSc (60713) |
Link to this item: | https://purl.utwente.nl/essays/57401 |
Export this item as: | BibTeX EndNote HTML Citation Reference Manager |
Repository Staff Only: item control page