University of Twente Student Theses

Login

De boodschap naar de burger : een onderzoek naar voorlichting vanuit het Ministerie van VROM met de gemeenten als intermediair kader

Bolhaar, H.F.A. (2006) De boodschap naar de burger : een onderzoek naar voorlichting vanuit het Ministerie van VROM met de gemeenten als intermediair kader.

[img] PDF
1MB
Abstract:Het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) heeft binnen het thema gezond en veilig wonen in de afgelopen jaren massamediale campagnes gevoerd om de burgers op hun eigen verantwoordelijkheid te wijzen ten aanzien van de veiligheid van gas & elektra-installaties en het binnenmilieu. Om de burger te bereiken is er gekozen voor een tweeledige aanpak. Ten eerste zijn er Postbus 51 campagnes gevoerd over beide onderwerpen. Ten tweede is aan de gemeenten verzocht om ook op lokaal niveau aandacht te besteden aan deze onderwerpen. Omdat de tweede voorlichtingsstroom (VROM-> Gemeente -> Burger) nieuw is, is over de werking en effectiviteit van deze voorlichtingsstroom nog niets bekend. Het is dan ook noodzakelijk om uit te zoeken of deze aanpak werkt, hoe effectief deze is en wat mogelijke knelpunten zijn. Aan de hand van verschillende theorieën is getracht een onderzoeksmodel op te stellen. Als basis is de intermediaire kader theorie van van Riel (1986) gebruikt. In deze theorie wordt beschreven hoe een organisatie als intermediair kader kan fungeren en wat hierbij komt kijken. Een belangrijke focus ligt hierbij op de bereidheid en de geschiktheid van het intermediaire kader om een intermediaire functie te vervullen. Om het gedrag van de gemeenten te kunnen verklaren is er ook gebruik gemaakt van de theorieën van Glasbergen (1987) en de Boer (1992). Deze theorieën trachten te verklaren waarom een organisatie iets wel of niet doet. Aan de hand van deze theorieën is een onderzoeksmodel gevormd. In dit model zijn drie groepen factoren te herkennen dit zijn de motiverende, orwaardelijke en versterkende factoren. Deze drie groepen factoren hebben naar verwachting invloed op de output (blauw, oftewel de voorlichting vanuit gemeenten). Het onderzoeksmodel is getoetst door een vragenlijst naar alle Nederlandse gemeenten te sturen. Per gemeenten zijn vier verschillende afdelingen benaderd om deel te nemen aan het onderzoek. Dit zijn de afdelingen 'Communicatie en Voorlichting', 'Bouw- en Woningtoezicht', 'Milieu' en 'Volksgezondheid'. Behalve de vragen die het onderzoeksmodel toetsen zijn er ook vragen gesteld met betrekking tot de praktijk. Dit om meer inzicht te krijgen in het denken en doen van de gemeenten omtrent het geven van voorlichting als intermediair kader. In het totaal zijn 20% van de vragenlijsten retour gezonden en heeft 56% van de gemeenten deel genomen aan het onderzoek. Uit de toetsing van het onderzoeksmodel is gebleken dat alle drie de voorwaardelijke factoren invloed hebben op de output vanuit de gemeenten. De gevonden relaties zijn echter niet allemaal even sterk. De factoren prioriteit en begroting hebben geen sterke relatie. Dit betekend dat in de praktijk deze factoren niet veel invloed zullen hebben. De factor beleid bleek wel een behoorlijk van invloed te zijn. Het al dan niet aanwezig zijn van beleidsruimte voor een bepaald onderwerp binnen de gemeenten zal dan ook in de praktijk invloed kunnen hebben op de output. Bij de motiverende factoren is een statistisch significante relatie gevonden tussen motivatie en output. De relatie is echter zeer zwak. In de praktijk zal dit betekenen dat de motivatie (bestaande uit gepercipieerd belang van het onderwerp, inschatting van de taak en ervaring) van de gemeente niet veel invloed zal hebben op de output. De versterkende factoren bleken niet allemaal een relatie te hebben met de output. Met betrekking tot de informatieverstrekking vanuit VROM bleek dat als de gemeenten de informatievoorziening vanuit VROM als voldoende (of goed) waarderden, de gemeenten zelf minder vaak informatie zullen verstrekken aan de burger. Dit komt wellicht omdat men het niet nodig vindt om zelf voorlichting te geven als VROM dit ook al doet. Alleen met betrekking tot de voorlichting over gas- en elektra-installaties is er een verband tussen de mening van de gemeenten over zichzelf als logisch aanspreekpunt en de output. De gevonden relatie is echter niet zo sterk. Er is ook geen verband gevonden tussen de waardering van VROM als afzender en de output. Ook zijn er nog een aantal opvallen resultaten die voort komen uit de praktijk gerichte vragen. Zo is gebleken dat een groot deel van de gemeenten bereid is een intermediaire functie te vervullen in het geven van voorlichting aan burgers. De gemeenten maken hierbij graag gebruik van communicatiemiddelen die door VROM beschikbaar worden gesteld. Het is bij veel afdelingen die zich bezig houden met de volksgezondheid echter niet bekend dat VROM op het gebied van milieu en gezondheid veel kennis bezit.
Item Type:Essay (Master)
Clients:
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:05 communication studies
Programme:Communication Science MSc (60713)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/57487
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page