University of Twente Student Theses

Login

Zelfredzaamheid bij rampen

Jonge Vos, A.A. (2006) Zelfredzaamheid bij rampen.

[img] PDF
313kB
Abstract:In 2004 is binnen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een Expertisecentrum voor Risico- en Crisiscommunicatie (ERC) in het leven geroepen. Dit ERC moet op centraal niveau sturing geven aan hoe er vanuit de overheden gecommuniceerd wordt over risico's. Maar daarnaast fungeert het ERC eveneens als kenniscentrum. Binnen het ERC bestond een interesse naar wat mensen op eigen initiatief allemaal doen rond het onderwerp rampen. De voorgaande jaren was men in de politiek steeds vaker gaan spreken over zelfredzame burgers. Door een verandering in het medialandschap en een beschikbaarheid van grote hoeveelheden informatie voor iedereen zouden mensen in steeds meer situaties door middel van creativiteit en flexibiliteit zichzelf uit probleemsituaties weten te redden. Vanuit het ERC kwam vervolgens de vraag of deze zelfredzaamheid van de burgers ook terug te vinden is wanneer gekeken wordt naar hoe mensen handelen tijdens een ramp. Onder anderen tijdens de vuurwerkramp die in 2000 had plaatsgevonden te Enschede en de cafébrand in Volendam was duidelijk geworden dat burgers zelf allerlei dingen deden in een rampsituatie in pogingen de schade van de ramp te beperken. Maar over dergelijk gedrag van betrokkenen en omstanders was eigenlijk nog weinig bekend. In evaluaties van rampen uit het verleden had altijd de nadruk gelegen op het functioneren van de hulpdiensten. Vandaar dat het ERC interesse toonde in meer informatie en kennis over het handelen van juist de niet professionele hulpverlener. Met die vraag is vervolgens een verkennend literatuuronderzoek gestart waaruit naar voren kwam dat er inderdaad weinig onderzoek gedaan was naar het zelfredzame gedrag van mensen tijdens rampen in het specifiek. Wel was bekend dat mensen inderdaad in actie kwam in dergelijke situaties. Ook werd duidelijk dat er een aantal algemeen aanvaarde aannames ongegrond waren. Een voorbeeld hiervan is het in paniek raken van mensen tijdens rampsituaties. Paniek blijkt eerder uitzondering dan regel en eerder onderzoek had aangetoond dat veel mensen juist tamelijk rationeel tewerk gaan tijdens rampen. Dit rationele doelgerichte gedrag tijdens rampen leidde tot het besluit een tentatief model te maken op basis van bestaande literatuur die een beeld zou geven van het proces dat ten grondslag ligt aan eventueel zelfredzaam gedrag tijdens een ramp. Voor dit model zijn verschillende theorieën gebruikt waarvan de bruikbaarheid in diverse situaties door de jaren heen bevestigd was. Naast de doelstelling zelfredzaam gedrag tijdens rampen te begrijpen had het onderzoek een tweede doelstelling. Praktisch gezien was het ook belangrijk te kijken of en hoe er eventueel invloed uitgeoefend kan worden op de zelfredzaamheid van burgers tijdens rampsituaties. Uiteraard met als insteek om deze te bevorderen. Op basis van het tentatieve model is vervolgens een onderzoeksinstrument ontwikkeld. Er was aannemelijk geworden dat het zelfredzaamheid tijdens de rampsituatie voornamelijk gebaat is bij het hebben van kennis over of ervaring met nuttige handelingen in dergelijke situaties. Het verzamelen van informatie of het deelnemen aan cursussen lijken de manieren voor de burger om meer zelfredzaam te worden wanneer er zich een ramp voordoet. Een tweede vorm van zelfredzaamheid rond rampen die hier relevant wordt is het op eigen initiatief nemen van preventieve maatregelen zoals het informatie verzamelen of het deelnemen aan trainingen. Er is een on-line vragenlijst ontwikkeld waarin verschillende aspecten uit de literatuurstudie en het tentatieve model gemeten konden worden. Ook werd er in de vragenlijst ingegaan op eventuele voorbereidingen die mensen reeds genomen hebben. Er is besloten een derde doelstelling mee te nemen in het onderzoek: is het wellicht mogelijk risicocommunicatie op een specifieke groep binnen de totale samenleving te richten? Hierbij werd gezocht naar een groep die niet alleen als dusdanig te identificeren valt maar ook als zodanig benaderd kan worden. Vanuit deze doelstelling is besloten de respondenten te zoeken uit de groep medewerkers van buurt- en wijkverenigingen en een controlegroep die de gehele samenleving vertegenwoordigd. Door een vergelijk te maken tussen deze twee groepen is er gekeken of deze onderzoeksgroep misschien bruikbaar is als doelgroep voor bepaalde overheidscommunicatie rond dit onderwerp. In de vragenlijst zijn concepten gemeten als sociale norm, risicoperceptie en self efficacy. De vragenlijst is door 134 respondenten op internet ingevuld. Uit het onderzoek is onder anderen duidelijk geworden dat Nederlanders in het algemeen weinig belangstelling hebben om preventief informatie te verzamelen. Ook blijkt dat het risico dat er een ramp gebeurt als laag ervaren wordt. Ondanks dit alles vindt men het belangrijk te weten wat er gedaan moet worden wanneer er iets gebeurt. Het merendeel van de respondenten is er redelijk zeker van dit te weten. Wat betreft het verschil tussen de medewerkers van buurt- en wijkverenigingen en Nederlanders in het algemeen, is de voornaamste conclusie dat deze twee groepen inderdaad verschillen vertonen. Medewerkers van buurt- en wijkverenigingen vinden het belangrijker voorbereidingen te treffen op eventuele rampen dan mensen uit de controlegroep. Ook blijkt dat zij meer vertrouwen hebben in hun eigen handelen in dergelijke situaties. Daarnaast blijkt de onderzoeksgroep meer bereid te zijn deel te nemen aan trainingen wanneer deze door de overheid aangeboden worden.
Item Type:Essay (Master)
Clients:
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:05 communication studies
Programme:Communication Studies MSc (60713)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/57692
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page