University of Twente Student Theses
Informatieoverdracht naar en van de operatiekamer
Kooistra, Marianne (2008) Informatieoverdracht naar en van de operatiekamer.
PDF
294kB |
Abstract: | Bijna de helft van alle incidenten die jaarlijks bij de Inspectie voor Gezondheidszorg worden gemeld heeft te maken met het operatieproces. Regelmatig hebben deze incidenten ernstige gevolgen. Een groot deel van de incidenten in het operatieve proces wordt veroorzaakt door onvolkomenheden in de informatievoorziening en de overdracht tussen het betrokken medisch personeel. Nog te vaak worden er fouten gemaakt doordat niet alle informatie over de patiënt bekend is bij de afdeling waar hij of zij zojuist naar verplaatst is. Uit onderzoek is gebleken dat deze fouten zowel het gevolg kunnen zijn van het niet goed bijhouden van medische dossiers, als het niet (kunnen) inkijken van medische dossiers. Het risico van een niet-optimale informatieoverdracht is dat het het begin vormt, of onderdeel is van een cumulatief proces waarbij een aantal kleine fouten, of niet optimaal verlopen processen, uiteindelijk leiden tot een vermijdbare medische misser. Om dergelijke opeenstapelingen van kleine fouten te voorkomen en te kijken hoe de situatie nu eigenlijk in het Medisch Spectrum Twente (MST) is, is in dit onderzoek gekeken hoe het staat met de volledigheid van de informatieoverdracht bij patiënten die in het MST naar of van de operatiekamer gaan voor een darmoperatie. Er is specifiek voor darmpatiënten gekozen, omdat het onderzoek anders te breed zou worden en omdat er voor deze patiëntengroep net een nieuw klinisch pad1, genaamd ERAS, was ingesteld. Dit gaf aanleiding tot de volgende onderzoeksvraag: In hoeverre is de overdracht van medische informatie van patiënten die naar en van de operatiekamers in het Medisch Spectrum Twente gaan voor een darmoperatie volledig? Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden is gestart met een literatuurstudie, waarbij als theoretisch kader de Plan, Do, Check, Act-cyclus (PDCA-cyclus) is genomen van Ishikawa, die wordt gebruikt voor kwaliteitsmanagement. Daarnaast is ook informatie verzameld over overdrachten in het algemeen, de werking en toepassing van protocollen en richtlijnen en de leercyclus van Kolb. Naast een literatuurstudie is eveneens onderzoek gedaan in de praktijk, in dit geval de verpleegafdelingen A3 en B3 en het operatiekamercomplex van het MST. Door middel van diepte-interviews, dossieronderzoek en diverse keren meelopen met het betrokken medisch personeel is getracht een duidelijk beeld te krijgen over de overdrachten tussen de in dit onderzoek betrokken afdelingen. In de literatuur zijn acht mogelijke oorzaken gevonden voor een onvolledige medische informatieoverdracht, het ontbreken van vaste procedures, oningevulde (delen van) documenten en tijdgebrek bleken de meest invloedrijke oorzaken in het MST, hiërarchie en status vormden daarbij een goede tweede. Andere, minder invloedrijke factoren zijn: communicatiestijl, diversiteit aan procedures, hectiek en voorspelbaarheid. Het overdrachtsmoment dat het meeste beïnvloed wordt door de acht factoren was de overdracht van de operatiekamer naar de verkoever2, dit kwam mede omdat hiërarchie en status, hier veel invloed heeft. De volledigheid van deze overdracht, ten opzichte van de andere drie onderzochte overdrachten, is echter niet slechter, de mate van volledigheid varieert vooral. De genoemde oorzaken zorgen regelmatig voor onduidelijkheden en ergernissen onder de betrokken zorgverleners. De gevolgen van oningevulde (delen van) documenten blijven hierbij nog redelijk beperkt, door de vele dubbelregistraties die in de dossiers te vinden zijn. Deze dubbelregistraties brengen tijdens het uitvoeren ervan echter ergernissen mee, die op haar beurt het niet volledig invullen weer stimuleren. Het klinisch pad ERAS, een pas ingevoerd evidence based zorgprogramma om de zorg rondom darmchirurgie te verbeteren, bleek geen invloed te hebben op de volledigheid van de overdracht. Het MST blijkt bijna geen schriftelijke afspraken te hebben over de medische informatieoverdracht naar of van de operatiekamer, er is hier dus vaak niet eens met een PDCA-cyclus gestart. Dit komt door de cultuur van professionele autonomie, die ziekenhuis-eigen is en onder andere tot gevolg heeft dat de manier van overdracht nog al eens varieert. Ten opzichte van de invoering van het klinisch pad ERAS geldt dat bij een vergelijking met de PDCA-cyclus van Ishikawa opvalt dat de eerste keer dat de PDCA-cyclus doorlopen werd, de cyclus vrij goed vrij goed uitgevoerd is, maar dat de tweede cyclus uitgebreider uitgevoerd had kunnen worden. Nieuwe klinische lessen zullen daarnaast nodig zijn om ook de laatste onderdelen van het 1 Een formalisering van het zorgprogramma om kwalitatieve en efficiënte zorg te garanderen en willekeur uit te sluiten. 2 Ook wel uitslaapkamer genoemd. pad goed uitgevoerd te krijgen. Als antwoord op de onderzoeksvraag kan geconcludeerd worden dat de overdracht over het algemeen redelijk volledig is, maar dat er nog te vaak onvolledige overdrachten plaatsvinden, doordat de variatie in de volledigheid van de overdrachten nog te groot is. Deze variatie is de oorzaak van een aantal sub-optimale omstandigheden in het MST, die in ieder geval deels te veranderen moeten zijn. Hierbij kan gedacht worden aan de opzet van een vaste procedure voor de overdrachten naar en van de operatiekamer, het verminderen van dubbelregistraties en het vergroten van de meldbereidheid bij fouten. |
Item Type: | Essay (Bachelor) |
Clients: | Medisch Spectrum Twente |
Faculty: | BMS: Behavioural, Management and Social Sciences |
Subject: | 85 business administration, organizational science |
Programme: | Health Sciences BSc (56553) |
Link to this item: | https://purl.utwente.nl/essays/59238 |
Export this item as: | BibTeX EndNote HTML Citation Reference Manager |
Repository Staff Only: item control page