University of Twente Student Theses

Login

Facebook als vriendschapkatalysator: effecten van Facebookgebruik op het sociale leven

Laar, Matthijs van (2011) Facebook als vriendschapkatalysator: effecten van Facebookgebruik op het sociale leven.

[img] PDF
4MB
Abstract:Aanleiding en doel In dit onderzoek wordt de sociale netwerksite Facebook uitgelicht. De site, wereldwijd goed voor een kleine 700 miljoen leden, groeide tussen januari en juli 2011 van 3.4 miljoen naar 4.8 miljoen Nederlandse gebruikers. Daarmee is 26.89% van alle Nederlanders actief op Facebook. Dit onderzoek probeert een antwoord te vinden op de vraag welke effecten het gebruik van Facebook heeft op het sociale leven van deze steeds groter wordende groep gebruikers. Het onderzoeksgebied naar de effecten van Facebookgebruik op het sociale leven is nog relatief jong en volop in ontwikkeling. Meer kennis over de effecten van het gebruik van Facebook kan van waarde zijn voor zowel de maatschappij als de wetenschap. Uit eerder onderzoek is gebleken dat Facebook een middel is waar de gebruiker bestaande sociale contacten kan versterken, maar ook nieuwe sociale contacten kan opdoen. Deze onderzoeken zijn echter allen in buitenlandse context verricht. In dit onderzoek wordt de Nederlandse, en meer specifiek de Twentse Facebookgebruiker onder de loep genomen. De hoofdvraag die wordt beantwoord luidt als volgt: Wat zijn effecten van Facebookgebruik op het social capital en het social well-being van de gebruiker? Methode Dit onderzoek, uitgevoerd met behulp van Research & Consultancybureau Newcom, is opgebouwd uit vier deelonderzoeken. Allereerst wordt aan de hand van een literatuuronderzoek een kader geschetst, waarin bekeken wordt wat tot op heden bekend is over het gebruik van Facebook en de effecten op het sociale leven. Hier worden de begrippen ‘social capital’ en ‘social well-being’ geïntroduceerd en gedefinieerd, die in het verdere verloop van dit onderzoek centraal staan. Ook wordt de Uses and Gratifications theorie geïntroduceerd. Het literatuuronderzoek leidt tot een onderzoeksmodel, waarvoor door middel van een contextonderzoek en een verkennend vooronderzoek bewijs voor wordt verzameld. Het contextonderzoek, uitgevoerd door Newcom, gaat in op de verwachtingen en gratificaties van zowel de Twentse als de Nederlandse social mediagebruiker ten aanzien van social media. Aan de hand van een verkennend vooronderzoek worden deze verwachtingen en gratificaties vervolgens getest voor Facebookgebruikers. In het hoofdonderzoek is het model getoetst door middel van een online vragenlijst, uitgezet onder 310 gebruikers binnen het Twentepanel van Newcom. Dit meetinstrument bestond uit de constructen Facebookgebruik, bonding en bridging social capital, participatie, vertrouwen, social support en selfesteem. Resultaten Het hoofdonderzoek heeft de relaties tussen de constructen blootgelegd. Gebleken is dat participatie een rol speelt in de wijze waarop een individu gebruik maakt van Facebook. De significantie tussen participatie en Facebookgebruik gaat specifiek om de besluitvorming van een individu binnen de sociale groep, dat deel uitmaakt van participatie. De resultaten laten tevens zien dat er een significante relatie bestaat tussen Facebookgebruik en bonding en bridging van social capital. De mate van bridging social capital heeft een positieve invloed op het vertrouwen dat een individu in een ander heeft, en daarmee oefent bridging een invloed uit op een onderdeel van de omvang van social capital. Tot slot gaat bridging social capital een significante relatie aan met selfesteem. Een opvallend resultaat, Masterscriptie Matthijs van Laar 5 gezien deze relatie negatief van aard is. Conclusies Met de uitkomsten van dit onderzoek is een indicatie gevonden dat een toename van het gebruik van Facebook een positieve invloed heeft op het sociale leven van deze gebruiker. De mate van intensiteit van het Facebookgebruik van een individu is van invloed op het bonding en bridging proces van social capital. Door het gebruik van Facebook worden de banden met vrienden, familie en kennissen versterkt en worden oude contacten opnieuw aangehaald. Hierbij moet de opmerking geplaatst worden dat Facebook een middel is in dit proces. Het onderzoek heeft aangetoond dat Facebookgebruik plaats vindt als aanvulling op de contacten in het dagelijks leven. De angst die leeft dat sociale digitalisering een negatieve invloed uitoefent op sociale relaties, lijkt dan ook ongegrond. Aangetoond is verder dat het gebruik van Facebook bijdraagt aan de sociale support, de hulp van anderen, die de gebruiker ervaart. Deze sociale support zorgt voor een groter sociaal welzijn, zoals is gebleken uit eerdere studies. Tot slot blijkt het participatie-aspect besluitvorming binnen de sociale groep van invloed op de intensiteit van Facebookgebruik. Deze relatie gaat echter vooraf aan de invloed van Facebookgebruik op bonding en bridging van social capital, maar is desalniettemin interessant. Aangetoond is namelijk dat hoe meer een individu betrokken is bij de besluitvorming binnen de eigen groep, hoe minder hij/zij geneigd is gebruik te maken van Facebook. Dit zou kunnen betekenen dat individuen met minder inspraak in de eigen sociale leefomgeving, juist eerder de neiging hebben gebruik te maken van Facebook, mogelijk ter compensatie.
Item Type:Essay (Master)
Clients:
Newcom – Research & Consultancy
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:05 communication studies
Programme:Communication Studies MSc (60713)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/61286
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page