University of Twente Student Theses
Strategische samenwerking tussen MBO's : hoe moet de duurzame strategische samenwerking tussen MBO instellingen vormgegeven worden om bij te dragen aan de ICT doelstellingen, met optimaal behoud van autonomie van de instelling in het primaire proces?
Dijkman, J. (2012) Strategische samenwerking tussen MBO's : hoe moet de duurzame strategische samenwerking tussen MBO instellingen vormgegeven worden om bij te dragen aan de ICT doelstellingen, met optimaal behoud van autonomie van de instelling in het primaire proces?
PDF
2MB |
Abstract: | De Nederlandse instellingen voor middelbaar beroeps onderwijs (MBO), die plaats bieden aan meer dan 500.000 deelnemers en 50.000 medewerkers, hebben ongeveer 5% van hun budget toegewezen aan ICT kosten. Een recente trend van overnames en fusies is het gevolg van de behoefte om kwaliteitsverbeteringen en kostenbesparingen in de centrale organisaties (waaronder ICT) van de instellingen te bereiken. De sinds 2007 noodzakelijke besparingen ten gevolge van de financiële crisis zijn daar als extra druk op het bereiken van synergie voordelen bijgekomen. Naast het samenvoegen van instellingen is het ook mogelijk met strategisch samenwerken deze synergie voordelen te bereiken. Doel van dit onderzoek is om het beslissingsproces rond het aangaan van een strategisch samenwerking tussen MBO instellingen gestructureerd en expliciet maken. Deze uitkomst zal de opdrachtgever, het overkoepelende orgaan saMBO-ICT, beter in staat stellen ondersteuning te verlenen aan instellingen bij het aangaan van dergelijke samenwerkingsverbanden. Samenwerking tussen instellingen is in het licht van algemene beoogde kwaliteitsverbetering en te behalen van synergievoordelen (bezuinigingen) een zeer actueel onderwerp in het onderwijs. Om in deze behoefte te voorzien is een tweedeling in het proces geformuleerd. Deze tweedeling deelt het proces van samenwerken in (1) het aangaan en (2) het inrichten van de samenwerking. Deze tweedeling vormt het theoretische raamwerk waarin het onderzoek is opgezet. Om de instellingen en vier exemplarische cases voor potentiele samenwerkingen te scoren op de in het model gedefinieerde criteria zijn interviews uitgevoerd met zowel de ICT manager als de portefeuillehouder ICT uit het bestuur. Naast de directe interview uitkomsten is inzage verzocht in eventuele documenten waar de ICT strategie en doelstellingen in opgesteld zijn. Uit alle uitkomsten zijn indicatoren aangemerkt die gesommeerd een score weergeven op de relevante criteria. De belangrijkste overwegingen in de ondersteuning van het initiële aangaan van de samenwerking komen voort uit kenmerken van de partnerorganisaties die de samenwerking aangaan. Deze kenmerken zijn de kenmerken die de besliscultuur in de partnerorganisatie typeren. Hierbij is de onderverdeling te maken in (1) betrokkenheid topmanagement, (2) analytische beslisstijl, (3) competentiegerichte visie op concurreren, (4) consensus bij beslissingen en (5) handelen vanuit een lange termijn visie. De onderzochte organisaties vertonen gunstige kenmerken op het vlak van een betrokken topmanagement, een analytische beslisstijl en een competentiegerichte visie op concurreren. De meeste verbeterpunten liggen bij het verkrijgen van een bredere consensus bij beslissingen en het nadrukkelijker formuleren van een lange termijn visie. Om de capaciteiten van partners om samenwerkingen succesvol aan te gaan verder te vergoten zou opdrachtgever daarnaast de volgende twee punten moeten stimuleren: (1) het integreren van de samenwerkingsverbanden in de strategie van de organisatie VIen (2) het inrichten van een organisatie brede coördinatiefunctie voor samenwerkingsverbanden. De belangrijkste overwegingen bij de inrichting van de samenwerking komen, in tegenstelling tot de overwegingen bij het aangaan van de samenwerking, voort uit kenmerken van de doelstelling van de onderhanden samenwerking. Hierbij zijn twee hoofdlijnen belangrijk; (1) in hoeverre is het nodig dat de autonomie van de partners te bewaken om het doel van de samenwerking te kunnen bereiken en (2) in hoeverre is het nodig de partners te integreren om het doel van de samenwerking te kunnen bereiken. De vier onderzochte actuele samenwerkingsthema’s kunnen het beste ingericht worden volgens de zogenoemde absorbeer methode. Deze methode laat zich typeren door een zo snel en volledige mogelijke integratie van de partneractiviteiten, onder strak management en met een vooraf overeengekomen planning. De noodzaak tot autonomie van de partners in de samenwerking blijkt namelijk nauwelijks aanwezig voor het bereiken van de beoogde doelstellingen, waardoor het in stand houden van grenzen tussen de partners dan ook niet noodzakelijk is. Opdrachtgever kan meerwaarde leveren door ondersteuning, bijvoorbeeld door het aanbieden van methoden en best practices en het delen van ervaring, van het management bij de uitvoer van de hoofdtaken bij deze integratie (interface management inrichten, operationele vooruitgang boeken, lange termijn ambities stellen, controleren van de vooruitgang, partners versterken met gezamenlijke kennis en begrip en vertrouwen wekken). Tot slot biedt het gebruikte theoretische raamwerk de gezochte structuur van het beslisproces en de bijbehorende overwegingen bij het aangaan en inrichten van strategische samenwerkingen. De tweedeling in het aangaan en inrichten van de samenwerking, en de bijbehorende sets van kenmerken om (1) de kenmerken van de partners en (2) de doelen van de samenwerking te beschrijven, verschaffen een taal waarmee de benodigde gesprekken gestructureerd kunnen worden. |
Item Type: | Essay (Bachelor) |
Faculty: | BMS: Behavioural, Management and Social Sciences |
Subject: | 85 business administration, organizational science |
Programme: | Business Administration BSc (56834) |
Link to this item: | https://purl.utwente.nl/essays/62543 |
Export this item as: | BibTeX EndNote HTML Citation Reference Manager |
Repository Staff Only: item control page