University of Twente Student Theses
Onderzoeksvaardigheden in 3 en 4 havo
Zantema, Sietske (2010) Onderzoeksvaardigheden in 3 en 4 havo.
PDF
252kB |
Abstract: | Dit verslag beschrijft een onderzoek over onderzoeks-vaardigheden van leerlingen in 3 en 4 havo. De examenprogramma´s van de natuurwetenschappelijke vakken laten zien dat verwacht wordt dat leerlingen een natuurwetenschappelijk onderzoek kunnen voorbereiden, uitvoeren, de verzamelde onderzoeksresultaten kunnen verwerken en hieruit een conclusie kunnen trekken (Cevo, 2008a, 2008b, 2008c, 2008d, 2008e, 2008f). Dit aspect heeft met name betrekking op practica met als doel onderzoeksvaardigheden te leren. Een belangrijke manier om vaardigheden aan te leren is regelmatige gespreide oefening met onmiddellijke feedback (Geerligs & Van der Veen, 2002). In de meeste lessen in 6 vwo natuurkunde wordt nauwelijks tijd besteed aan het uitvoeren van practica (Meelissen & Drent, 2009). Ook op de school waar het onderzoek uitgevoerd wordt (Twents Carmel College De Thij in Oldenzaal), wordt in de bovenbouw weinig tijd aan onderzoek besteedt. Dit leidde tot de onderzoeksvragen: Hebben de leerlingen aan het einde van de derde klas voldoende onderzoeksvaardigheden aangeleerd? In welke maten behouden leerlingen onderzoeks-vaardigheden die aangeleerd zijn in de derde klas ook in de vierde klas? En is het met beperkte oefening mogelijk het niveau van onderzoekvaardigheden te verhogen? De verwachting is dat het niveau van onderzoeksvaardigheden in de vierde klas daalt ten opzichte van de derde klas, aangezien deze vaardigheden niet geoefend worden. Verder is de verwachting dat beperkte oefening weinig invloed heeft op de onderzoeksvaardigheden, aangezien regelmatige, gespreide oefening met feedback nodig is, voor het aanleren van vaardigheden. Om de onderzoeksvragen te testen, gaat een 3 havo klas twee verschillende onderzoeken uitvoeren. Op beide onderzoeken krijgen de leerlingen feedback. Tussen deze twee onderzoeken zitten enige weken, waarin twee oefeningen met als onderwerp onderzoeksvraag en werkplan uitgevoerd gaan worden. Daarnaast gaan twee 4 havo klassen een onderzoek uitvoeren, waarop ook feedback gegeven wordt. Van de onderzoeken in 3 en 4 havo moet een verslag geschreven worden en dit verslag wordt beoordeeld. De resultaten in het verslag worden beoordeeld aan de hand van een rubric. De rubric beoordeeld vijf categorieën, namelijk de onderzoeksvraag, het werkplan, de resultaten, de conclusie en het verslag in zijn geheel. Binnen iedere categorie zijn vijf verschillende niveaus, namelijk niet aanwezig, onvoldoende, net voldoende, ruim voldoende en ver boven middelbare school niveau. Uit de resultaten blijkt dat er geen significante verschillen zitten tussen de twee onderzoekspractica van 3 havo. De oefeningen hebben dus geen effect gehad. Tussen 3 en 4 havo zitten wel verschillen. 3 Havo scoort beter op de resultaten en de conclusie en 4 havo scoort beter op het werkplan. Beide leerjaren scoren vergelijkbaar op de onderzoeksvraag en het verslag. Dit is niet volledig volgens de verwachtingen, maar het geeft wel aan dat oefening van onderzoeks-vaardigheden in 4 havo nodig is. |
Item Type: | Essay (Master) |
Faculty: | BMS: Behavioural, Management and Social Sciences |
Subject: | 81 education, teaching |
Programme: | Science Education and Communication MSc (60708) |
Link to this item: | https://purl.utwente.nl/essays/64297 |
Export this item as: | BibTeX EndNote HTML Citation Reference Manager |
Repository Staff Only: item control page