University of Twente Student Theses

Login

Verf maken, je reinste tovenarij : Een studie over het gebruik van het context-concept onderwijs in het algemeen en een onderzoek van onderwijs over het gebruik van een context- concept module in het scheikunde onderwijs op het Bonhoeffer college, locatie Van der Waalslaan

Weierink, G.J.M. (2012) Verf maken, je reinste tovenarij : Een studie over het gebruik van het context-concept onderwijs in het algemeen en een onderzoek van onderwijs over het gebruik van een context- concept module in het scheikunde onderwijs op het Bonhoeffer college, locatie Van der Waalslaan.

[img] PDF
2MB
Abstract:Scheikunde, als schoolvak, maakt al vanaf 1863 deel uit van het opleidingsprogramma van het voortgezet onderwijs. Doordat zowel de chemie, de maatschappij en de leerling zich ontwikkelde werd het curriculum aangepast en dit resulteerde in een overvol programma waarbij de leerling de schoolscheikunde ging zien als een vak dat niet in de maatschappij stond en allerlei, op zichzelf staande, concepten doceerde. Dit ging vaak ten koste van de motivatie van de leerling en, mede daardoor, daalde de natuurwetenschappelijke geletterdheid van de samenleving. Aangezien deze problematiek zich niet alleen in Nederland afspeelde zijn er nationaal en internationaal projecten opgestart om deze problematiek het hoofd te bieden. Een van de uitgangspunten is hierbij de context-concept benadering geweest. Uit de literatuurstudie in dit rapport is duidelijk dat je de context-concept benadering via verschillende modellen kunt uitvoeren waarbij plaats van de context gevarieerd kan worden. Op deze manier kan zelfs het hedendaagse, conventionele, onderwijs gezien worden als een vorm van context-concept onderwijs waarbij, na het behandelen van allerlei concepten, kort een context wordt gegeven. De plaats van de context die de commissie vernieuwing scheikunde en later de stuurgroep scheikunde hanteerde was een andere dan die van het klassieke onderwijs. Het onderwijs moest zich baseren op de context-concept benadering waarbij de concepten zich, vanuit een context benadering, bij de leerling ontwikkelen. Uit de literatuurstudie blijkt dat het model waarbij de concepten in samenhang met die contexten worden aangeboden betere resultaten oplevert. De grote winst zit hem dan in het verbeteren van de motivatie van de individuele leerling. Ik onderschrijf dan ook de conclusie van Wilmad Kuiper (Kuiper, 2009) • Er is enig bewijs ter ondersteuning van de claim dat contextgericht onderwijs leerlingen motiveert. • Er is bewijs ter ondersteuning van de claim dat contextgericht onderwijs resulteert in een meer positieve houding van leerlingen tegenover natuurwetenschap in het algemeen. • Er is gegrond bewijs ter ondersteuning van de claim dat contextgericht onderwijs, in vergelijking met meer conventionele benaderingen, niet nadelig van invloed is op natuurwetenschappelijke begripsvorming. In de praktijk zijn de meeste modules ontwikkeld waarbij contexten in synergie met concepten worden behandeld. Ook het gebruik van bruglessen die bij bepaalde leerlijnen wordt toegepast, en de leerlijnen zelf, versterken deze samenhang van context en concept. Gedurende het onderzoek van onderwijs, waarvan dit rapport het resultaat is, is de onderzoeksvraag “Voldoet de module verf maken, je reinste tovenarij, in zijn huidige vorm(versie 2006), aan de eisen die aan deze module gesteld kunnen worden voor wat betreft uitvoerbaarheid, motivatieverbetering en leeropbrengst?” beantwoord. Deze hoofdvraag is beantwoord door zes deelvragen te onderzoeken en daarbij het resultaat van de literatuurstudie te betrekken. Het antwoord op de eerste deelvraag “Wat is de mening van vwo leerlingen uit de derde klas over het scheikunde onderwijs?” is dat de leerlingen uit de twee klassen neutraal tot licht positief zijn over het scheikunde onderwijs op het Bonhoeffer College, locatie van der Waalslaan. Deelvraag twee “Is de module verf maken, in zijn huidige vorm (versie 2006), uitvoerbaar in de derde klas VWO?” Is in dit onderzoek beantwoord met ja, de module is uitvoerbaar maar door de opstelling van de werkplekken op het Bonhoeffer College, locatie Van der Waalslaan, zal er, tijdens experimenten, extra aandacht moeten worden besteed aan de samenwerking van grotere groepen. Mijn antwoord op deelvraag drie “Heeft de module verf, in zijn huidige vorm, een positieve invloed op de motivatie en attitude van de leerling?”is voor de leerlingen uit 3A1 positief. Ik concludeer dat de lessenserie, als geheel beschouwd, een positieve invloed heeft gehad op hun attitude en motivatie ten opzichte van het scheikundeonderwijs op het Bonhoeffer College, locatie Van der Waalslaan. Het antwoord op de deelvraag nummer vier ”Is er tijdens de uitvoering van de module verf een positieve ontwikkeling zichtbaar in het samenwerken van de afzonderlijke leden van de groep?” beantwoord ik positief. In het onderzoek is geconstateerd dat er op meerdere vlakken een positieve ontwikkeling zichtbaar is. Het antwoord op deelvraag vijf “Herkent de leerling de aangeboden concepten?” en zes “Kan de leerling de aangeboden concepten toepassen (transfer) op nieuwe situaties?” is wel positief maar met de toevoeging dat transfer niet verbetert ten opzichte van het klassieke onderwijs en dat herkenning van de concepten waarschijnlijk verbeterd wordt door conceptuele inbreng van de docent tijdens een klassieke les of een brugles. De onderzoeksvraag “Voldoet de module verf maken, je reinste tovenarij, in zijn huidige vorm (versie 2006), aan de eisen die aan deze module gesteld kunnen worden voor wat betreft uitvoerbaarheid, motivatieverbetering en leeropbrengst?” word, gezien de antwoorden op de deelvragen en het resultaat van de literatuurstudie, positief beantwoord.
Item Type:Essay (Master)
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:81 education, teaching
Programme:Science Education and Communication MSc (60708)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/64699
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page