University of Twente Student Theses

Login

'Andere heren, andere wetten' - Een onderzoek naar de invloed van de institutionele vormgeving op de samenwerking rond de aanpak van complexe gevallen van huiselijk geweld

Siemerink, C.M. (2014) 'Andere heren, andere wetten' - Een onderzoek naar de invloed van de institutionele vormgeving op de samenwerking rond de aanpak van complexe gevallen van huiselijk geweld.

[img] PDF
1MB
Abstract:Complexe gevallen van huiselijk geweld vragen om een hoge mate van integrale samenwerking tussen (jeugd)zorg- en strafrechtelijke partners, zowel volgens nationale beleidskaders als wetenschappelijke literatuur. Hiertoe is het van belang te streven naar een gezamenlijke werkwijze tussen de partners, oftewel collaboratie. Echter, nationale kaders vormen geen bindende richtlijnen als het gaat om het bereiken van een dergelijke samenwerking. Deze moeten op regionaal en lokaal niveau door gemeenten en ketenpartners verder worden ingevuld en dit resulteert in verschillen en tekortkomingen in de aanpak. Met de landelijke verplichting tot het vormen van een AMHK per 1 januari 2015 in de regio’s, oftewel het samenvoegen van de (Advies- en) Steunpunten Huiselijk Geweld en de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling, wordt de roep om een integrale samenwerking nog sterker. Om hieraan te kunnen voldoen is het voor gemeenten en ketenpartners van belang om te weten wat de invloed is van de institutionele vormgeving van de aanpak van complexe gevallen van huiselijk geweld op de samenwerking tussen de kernpartners bij deze aanpak. Dit geeft namelijk inzicht in de wijze waarop de aanpak regionaal moet worden vormgeven om tot integrale samenwerking te komen. Niet alleen in de praktijk, maar ook in de wetenschap bestaat hierover (nog) geen consensus. Bovenstaand vraagstuk is onderzocht aan de hand van de praktijksituatie in de regio’s West-Brabant, Gooi en Vechtstreek en Kennemerland. Op basis van wetenschappelijke literatuur is de institutionele vormgeving onder te verdelen in de processen van gezamenlijke doelbepaling en inbedding. De inrichting van deze processen is onderzocht middels een documentenanalyse. Elk van de regio’s hanteert een andere institutionele vormgeving rond de aanpak van huiselijk geweld en dit uit zich in verschillende maten van de institutionele eigenschappen verplichting, centralisatie, formalisering en fysieke inbedding. Zo kent men in de regio West-Brabant een gezamenlijk convenant en gezamenlijke overlegvormen. Ook de regio Gooi en Vechtstreek streeft naar een gezamenlijke werkwijze, al hanteert zij wel gescheiden convenanten. In de regio Kennemerland wordt niet gestreefd naar collaboratie. In deze regio bestaat de institutionele vormgeving uit gescheiden convenanten en werkt men met verschillende overlegvormen voor de aanpak van huiselijk geweld waarbij kinderen zijn betrokken en waarbij geen kinderen betrokken zijn. Daarbij kent de volwassenenproblematiek nauwelijks tot geen formele en fysieke koppeling van zorg en strafrecht. En omdat de aanpak vanuit jeugd gescheiden is vormgegeven, blijven culturen naast elkaar bestaan. Er is sprake van pluralisme. De invloed van de institutionele vormgeving in elk van de regio’s op de samenwerking tussen de kernpartners is onderzocht aan de hand van interviews. Voor elke regio zijn respondenten van het (A)SHG en minstens vier kernpartners benaderd. Daarbij is allereerst de mate van integrale samenwerking geanalyseerd, welke op basis van wetenschappelijke literatuur is geoperationaliseerd naar de voorwaarden vertrouwen, doelconsensus, meerwaarde van netwerksamenwerking, verbondenheid en intensiteit van relaties, en vier specifieke procesvoorwaarden voor vervlechting. Daarnaast is gekeken naar de invloed van de institutionele eigenschappen op deze voorwaarden. Hieruit is naar voren gekomen dat met name fysieke inbedding en formalisering op netwerkniveau belangrijke condities vormen waaraan de institutionele vormgeving van de aanpak van huiselijk geweld moet voldoen om tot integrale samenwerking te kunnen leiden. Wanneer de huidige institutionele vormgeving al aan deze condities voldoet, zoals in de regio West-Brabant, kan de AMHK-vorming hierin worden ingebed. Echter, wanneer deze condities, en daarmee integrale samenwerking, nog niet (geheel) zijn bereikt, zijn veranderingen in de institutionele vormgeving vereist. Dit is het geval in de regio’s Gooi en Vechtstreek en Kennemerland. Uit gesprekken met contactambtenaren uit deze regio’s blijkt echter dat er geen veranderingen zullen worden doorgevoerd gedurende het proces van de AMHK-vorming. Dit proces wordt namelijk ingericht als een apart traject. Hierin schuilt het gevaar dat het waargenomen gebrek aan integrale samenwerking tussen de zorg- en strafrechtelijke partners blijft bestaan.
Item Type:Essay (Master)
Clients:
Movisie, Utrecht
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:88 social and public administration
Programme:Public Administration MSc (60020)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/65562
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page