University of Twente Student Theses

Login

Analyse van QA-interval variabiliteit als maat voor myocardiale contractiliteit bij patiënten met reflex syncope

Berfelo, T. and Boksem, E. and Klooster, W.L.M. van 't and Lobbes, M. (2015) Analyse van QA-interval variabiliteit als maat voor myocardiale contractiliteit bij patiënten met reflex syncope.

[img] PDF
603kB
Abstract:Introductie: Eerder onderzoek heeft aangetoond dat de myocardiale contractiliteit bij patiënten met een reflex syncope vergroot tijdens de houdingsverandering en de sta-fase gedurende de kanteltafeltest. Er is onderzocht of door analyse van de myocardiale contractiliteit en de variatie daarvan op non-invasieve wijze meer inzicht kan worden verkregen in de falende bloeddrukregulatie die ten grondslag ligt aan de reflex syncope. Methode: Bij een groep van 164 patiënten die een kanteltafeltest hebben ondergaan in het Rijnstate Ziekenhuis te Arnhem, is het bloeddruksignaal (BMEYE Nexfin, Amsterdam, Nederland) en ECG-signaal (Neurofax EEG1200, Nihon Kohden, Nakano, TKY) continu en non-invasief gemeten. Op basis van het bloeddruk- en hartfrequentieverloop zijn patiënten geïncludeerd en geselecteerd in een reflex syncope groep (HUTT-reflex), orthostatische hypotensie groep (HUTT-ortho) of controlegroep (HUTT-negatief). De duur van de bepaalde QA-intervallen is uitgezet tegen de tijd, waarbij met bepaling van de intercepts en regressiecoëfficiënten van de beschrijvende regressielijn de myocardiale contractiliteit en variatie daarvan gedurende de rust- en de sta-fase zijn onderzocht. Resultaten: De intercept en regressiecoëfficiënt voor en na kanteling verschillen beiden niet significant bij patiënten binnen de HUTT-reflex groep (P = 0,396 en P = 0,758), HUTT-ortho groep (P = 0,441 en P = 0,594) en HUTT-negatief groep (P = 0,370 en P = 0,136). Aan het begin van de sta-fase is bij patiënten uit de HUTT-reflex groep de intercept significant lager dan bij patiënten uit HUTT-negatief groep (P = 0,044), maar significant hoger dan bij patiënten uit de HUTT-ortho groep (P = 0,035). Discussie en conclusie: De resultaten geven weer dat de myocardiale contractiliteit aan het begin van de sta-fase bij patiënten uit de HUTT-reflex groep significant groter is dan bij patiënten uit de HUTT-ortho groep, maar significant kleiner dan bij patiënten van de HUTT-negatief groep. De resultaten geven geen verschillen weer in de myocardiale contractiliteit aan het begin van de rust-fase en in de variatie van de myocardiale contractiliteit gedurende de rust- en de sta-fase. Verder onderzoek is noodzakelijk om de gevonden resultaten te onderschrijven, waarbij het van belang is dat eerst het verband tussen de myocardiale contractiliteit en de verandering van het QA-interval gevalideerd wordt aan de hand van een vast protocol.
Item Type:Essay (Bachelor)
Faculty:TNW: Science and Technology
Subject:44 medicine
Programme:Technical Medicine BSc (50033)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/67243
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page