University of Twente Student Theses

Login

Armoede en schuldenbeleid : een onderzoek naar overwegingen, extra middelen vanuit het Rijk en beleidsdiffusie binnen Overijsselse gemeentelijke organisaties.

Ligtenberg, A.M. (2015) Armoede en schuldenbeleid : een onderzoek naar overwegingen, extra middelen vanuit het Rijk en beleidsdiffusie binnen Overijsselse gemeentelijke organisaties.

[img] PDF
1MB
Full Text Status:Access to this publication is restricted
Abstract:In Nederland leven steeds meer mensen onder de armoedegrens, ook in de provincie Overijssel is daar sprake van. Gemeenten zijn primair verantwoordelijk voor het armoede- en schuldenbeleid. Vanuit de Tweede Kamer bestaat behoefte in de aanwending en resultaten van de extra middelen die gemeentelijke organisaties sinds 2013 vanuit het Rijk ontvangen. Deze bachelorscriptie biedt dat inzicht voor gemeentelijke organisaties in Overijssel. De onderzoeksvraag die centraal staat luidt als volgt: “Wat zijn de overwegingen van Overijsselse gemeentelijke organisaties om op een bepaalde manier invulling te geven aan het armoede- en schuldenbeleid naar aanleiding van de extra middelen die gemeentelijke organisaties sinds 2013 vanuit het Rijk hebben ontvangen?”. Vijf deelvragen vormen daarbij in deze bachelorscriptie de basis. Aan de hand van een retrospective panel design zijn in totaal met negen gemeentelijke organisaties semi- gestructureerde interviews gehouden. De interviews zijn opgenomen en uitgeschreven waarna ze zijn verwerkt in een analysetabel. De eerste twee deelvragen moeten duidelijk maken op welke manier er voor en sinds 2013 invulling werd gegeven aan het armoede- en schuldenbeleid. Aan de hand van de conceptuele attributen: beleidsdoelen, instrumentatie, doelgroepen en samenwerking & integrale aanpak wordt duidelijk dat er binnen vrijwel alle gemeentelijke organisaties sprake is van een vorm van ‘oud’ en ‘nieuw’ beleid. Het is niet zo dat dit exact sinds het jaar 2013 is veranderd. Wel zijn er een aantal belangrijke veranderingen waarneembaar. Zo zijn de doelen binnen het nieuwe beleid meer gericht op zelfstandigheid; worden de instrumenten die gemeentelijke organisaties inzetten beter ingezet voor het doel waarvoor ze bestemd zijn; zijn er meer huishoudens met hoge inkomens en ZZP’ers die aankloppen bij de gemeente; kunnen maatschappelijke organisaties elkaar beter vinden en wordt er in de toekomst meer samengewerkt in regionaal verband. Hoewel de extra middelen die door het Rijk aan gemeentelijke organisaties zijn verstrekt niet strikt geoormerkt zijn, worden gemeentelijke organisaties door de staatssecretaris verzocht accent te leggen op het laten participeren van kinderen en op preventie. De derde deelvraag moet daarom inzicht bieden in hoeverre gemeentelijke organisaties dit ook daadwerkelijk doen. Uit de resultaten blijkt dat vijf gemeentelijke organisaties de extra middelen inzetten voor kindparticipatie en preventie waarbij er vooral veel aandacht is voor het laten participeren van kinderen. De overige vier gemeentelijke organisaties zetten de middelen in voor het opvangen van financiële tekorten binnen het armoede- en schuldenbeleid. Als eenmaal duidelijk is wat er binnen het armoede- en schuldenbeleid van gemeentelijke organisaties is veranderd moet duidelijk worden hoe deze verandering tot stand is gekomen. De vierde deelvraag wil dat inzicht bieden door in te gaan op de overwegingen van gemeentelijke organisaties bij de invulling van het armoede- en schuldenbeleid. Uit het onderzoek blijkt dat de volgende overwegingen een rol spelen bij de invulling van beleid: budget, politiek, tijd, kennis, effectiviteit & efficiëntie, landelijke tendensen, omvang gemeente, karakteristieken gemeente en gemeentelijke historie. De belangrijkste overwegingen daarbij zijn budget, politiek en tijd. In de context van decentralisatie is te zien dat gemeentelijke organisaties verschillend reageren op min of meer eenzelfde beleidsverandering. Daarbij is het mogelijk dat hetgeen het beste werkt, vastgesteld en op brede schaal toegepast wordt. Als beleidskeuzes in een bepaalde gemeentelijke organisatie beïnvloed worden door de beleidskeuzes van andere gemeentelijke organisaties, is er sprake van beleidsdiffusie. Binnen de diffusie literatuur worden verschillende mechanismen gegeven die ervoor zorgen dat beleid in gemeentelijke organisaties overeenstemt of verschilt. In deze bachelorscriptie betreffen dat de mechanismen leren, concurrentie, imitatie en dwang. Uit de resultaten blijkt dat er met name sprake is van leren, concurrentie en dwang. Dit onderzoek heeft niet aan kunnen tonen dat imitatie een rol speelt voor gemeentelijke organisaties. Deze bachelorscriptie sluit af met een conclusie, discussie, bijdrage aan implementatie en een reeks aanbevelingen aan zowel gemeentelijke organisaties als aan de staatssecretaris om het gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid in de toekomst te kunnen verbeteren.
Item Type:Essay (Bachelor)
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:88 social and public administration
Programme:Management Society and Technology BSc (56654)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/67595
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page