University of Twente Student Theses

Login

Lijnelementen in de polders en de invloed daarvan op het overstromingsverloop

Esselink, S.F. (2009) Lijnelementen in de polders en de invloed daarvan op het overstromingsverloop.

[img] PDF
1MB
Abstract:Nederland heeft al eeuwen te maken met overlast van water. De laatste honderd jaar is er een enorme progressie geboekt qua veiligheid van onze samenleving. De dijken zijn nu dusdanig sterk dat een dijkdoorbraak een zeldzaamheid lijkt. Maar de kans op een dijkdoorbraak is nooit helemaal weg terwijl de economische en maatschappelijke waarde van het land achter de dijken behoorlijk is toegenomen. Een dijkdoorbraak in Nederland zou een catastrofe worden. Met oog op dit gevaar wordt er veel onderzoek gedaan naar compartimentering van dijkringen. Een dijkring is een gebied dat in zijn geheel omringd is door primaire dijken. Door de dijkringen in te delen in kleinere vakken (compartimentering) verkleint men in ieder geval de hoeveelheid overstroomd oppervlak en in de meeste gevallen dan ook de hoeveelheid schade en het aantal slachtoffers. Compartimentering kan op verschillende manieren gedaan worden, enerzijds door het aanleggen van nieuwe dijken en anderzijds door het versterken van bestaande elementen. Kijk maar eens rond in de polders en zie hoeveel spoorlijnen er verhoogd in het landschap liggen. Deze elementen liggen er al jaren en zullen zeker effect hebben op het verloop van de overstroming. Dit onderzoek heeft als doel het in kaart brengen van deze lijn(infrastructuur)objecten en te bekijken in hoeverre ze water kunnen keren. Daarbij moeten we ons afvragen wat voor soort elementen er in ons land zijn en wat de fysieke eigenschappen zijn. Deze fysieke eigenschappen bepalen immers wat de waterkerendheid van het object zal zijn. Een hele belangrijke eigenschap is de kruinhoogte, hoe hoog ligt het object ten opzichte van het maaiveld? Om de fysieke eigenschappen te bepalen is er gebruik gemaakt van grondmechanische gegevens en metingen verkregen door Geodelft. Aan de hand van deze gegevens kunnen er inschattingen gemaakt worden wat betreft de waterkerendheid van een object. Hoe lang kan er water gekeerd worden? Permanent of maar voor enkele uren? Het laatstgenoemde kan getest worden met behulp van computer gesimuleerde dijkdoorbraken. Rijkswaterstaat heeft een Pilot Case Overstromingsrisico (PICASO) opgezet waarbij een dijkdoorbraak van dijkring 43, de Betuwe, Tieler- en Culemborgerwaarden, gesimuleerd wordt. Dijkring 43 is de casestudy bij dit onderzoek en dus sluit het PICASO project hier goed op aan. Dijkring 43 ligt tussen de Lek/Neder-Rijn en de Waal en een dijkdoorbraak kan een maximale potentiële schade opleveren van maar liefst 18 miljard euro. Daarnaast wordt bij dit scenario het aantal slachtoffers geschat op 5000 tot 10.000 mensen. Een dijkdoorbraak van de Waal ten noorden van Nijmegen geeft het overstromingsverloop weer van de dijkring. Het blijkt dat het water circa 25 cm. per uur stijgt tot een maximale inundatiediepte van 2 meter en dat daarmee lijnelementen die een beperkte hoogte hebben (75 cm. en minder) zowat geen invloed hebben op het overstromingsverloop. Deze invloed is beperkt vanwege de snelle stijghoogte, zodat de evacuatietijd van passagiers maximaal met 2 á 3 uur wordt verlengd. Alleen regionale keringen van 3 meter of hoger hebben een merkbare invloed en kunnen het water zeker voor 24 uur tegenhouden wat genoeg is om de evacuatie van omwonenden op gang te brengen.
Item Type:Essay (Bachelor)
Faculty:ET: Engineering Technology
Subject:56 civil engineering
Programme:Civil Engineering BSc (56952)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/68845
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page