University of Twente Student Theses
Bestelstrategie Groothandel
Pannekoek, Richard (2017) Bestelstrategie Groothandel.
PDF
5MB |
Abstract: | De groothandel heeft sinds de invoering van het MRP systeem met een afname (verslechtering) van de verhouding tussen het aantal colli’s en regels te maken, waardoor de kosten als gevolg van productiviteitsverlies bij de distributiecentra en de vestigingen toenemen. Het doel van het onderzoek is dan ook het verbeteren van de colli/regelverhouding middels aanpassingen aan de replenishment parameters. Na aanleiding hiervan is de volgende onderzoeksvraag opgesteld: “Wat is de optimale bestelstrategie tussen de distributiecentra en de vestigingen?” Allereerst is gekeken naar de huidige bestelstrategie. Hierbij kwam naar voren dat de werknemers bij de vestigingen moeite hebben met het toewijzen van producten aan een passende bestelmethode binnen het MRP systeem. Dit systeem bevat meerdere bestelmethodes (R1, V1 HB en V1 EX).Bij de R1 methode, wordt op basis van de afzet van de voorgaande 8 weken het besteladvies automatisch berekend door het MRP systeem. Bij de (V1 HB) wordt het besteladvies samengesteld middels een minimum en maximum voorraad. Bij de laatste methode (V1 EX) wordt het besteladvies middels een bestelpunt bepaald. De R1 methode is geschikt voor fast movers, de V1 HB methode is geschikt voor medium movers en de V1 EX methode is geschikt voor slow movers. Als oplossing voor het toewijs probleem zijn meerdere ABC-analyses uitgevoerd. Bij deze analyses worden de SKU’s op basis van de omzet of afzet over de 3 categorieën (fast, medium en slow) verdeeld. Uiteindelijk bleek een aangepaste analyse de meest geschikte analyse. Hierbij zijn overgangsgrenzen tussen de categorieën eigenhandig bepaald. Na uitvoering van deze analyse krijgt ieder product een categorie toegewezen. Elk van deze categorieën is gekoppeld aan een bestelmethode binnen het MRP systeem, waardoor direct duidelijk is welke methode het meest geschikt is voor ieder product. Het verdere onderzoek richt zich op het daadwerkelijk verbeteren van de colli/regel verhouding. Allereerst is hierbij gekeken naar de invoering van family grouping. Family grouping betekent letterlijk het bij elkaar plaatsen van verwante artikelgroepen. Wanneer family grouping in zowel de DC’s als de vestigingen volledig wordt doorgevoerd kan dit tot kostenbesparing leiden. Om te achterhalen of de invoering van de family grouping binnen de bestelstrategie daadwerkelijk een optie was, is allereerst gekeken of voldaan wordt aan de voorwaarde voor het toepassen van family grouping binnen de bestelstrategie. Dit bleek het geval, zo liggen 92% van de non-food SKU’s uit dezelfde hoofdgroep bij elkaar en is dit percentage voor de food SKU’s zelfs 95.7%. Daarnaast is het gemiddelde percentage voor de vestigingen minimaal 80%. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat het met de huidig indelingen mogelijk is om family grouping te integreren in de bestelstrategie. Als laatste zijn de optimale bestelgroottes en betelfrequenties onderzocht. Tijdens dit onderzoek is gekeken naar verschillende methoden voor het bepalen van deze bestelgroottes en bestelfrequenties. Hierbij werd al snel duidelijk dat de Multi-item lot sizing methode het meest geschikt was. Hier wordt getracht schaalvoordeel te realiseren door meerdere producten tegelijk te bestellen. Hierbij worden niet alle SKU’s uit dezelfde hoofdgroep iedere keer tegelijk besteld, maar wordt slechts een deel van de SKU’s tegelijk besteld. Deze methode bleek een grote verbetering ten opzichte van de huidige situatie. Zo liggen de totale kosten van de Multi-item lot sizing methode 64% lager dan de huidige situatie. Daarnaast steeg de colli/regel verhouding gemiddeld met 10. Vervolgens zijn twee gevoeligheidsanalyses uitgevoerd. Bij de eerste analyse is gekeken naar de eerder benoemde overgangsgrenzen. Hierbij bleek dat het veranderen van de bovengrens (voor selectie fast movers) slechts een verschuiving van ±2 % tussen het aantal medium en fast movers als gevolg heeft. Het verhogen van de ondergrens (voor selectie slow movers) leidde echter tot een aanzienlijke grotere verschuiving van ± 20 en 12% tussen de slow en medium movers. Het is dus van groot belang dat de ondergrens zeer accuraat vastgesteld wordt, aangezien een afwijking ervan aanzienlijke gevolgen kan hebben. Bij de tweede analyse is gekeken naar het percentage van de voorraadwaarde. Hierbij bleek dat een verhoging van het percentage zorgt voor een (grote) stijging van de bestelfrequentie en een (grote) daling van de colli/regel verhouding. Wanneer het percentage bijvoorbeeld 25% bedraagt in plaats van de huidige 3,78%, zal dit een toename van 10,6 voor de frequentie en een daling van 10,70 voor de colli/regel verhouding als gevolg hebben. Daarnaast zorgt dit ervoor dat de besparing van Multi-item lot sizing ten opzichte van de huidige situatie 19% lager uitvalt. Het is dus van groot belang dat deze waarde zorgvuldig bepaald wordt, aangezien een verkeerde waarde grote gevolgen heeft. Voor een goede implementatie van de eerder besproken oplossingen dienen de volgende aanbevelingen in acht genomen te worden: De categorisatiemethode dient door iedere vestiging afzonderlijk uitgevoerd te worden. Nieuwe producten binnen het assortiment dienen eerst toegewezen te worden aan de V1 HB en V1 EX methodes toegewezen te worden. Verder onderzoek naar de overgangsgrenzen van de categorisatiemethode. Van groot belang dat de input waarden voor de berekeningen van de Multi-item lot sizing methode nogmaals onderzocht worden. De berekeningen van de Multi-item lot sizing methode dienen in het MRP systeem verwerkt te worden. Voor beide oplossingen is het verstandig om eerst een pilot te draaien met 1 hoofdgroep binnen 1 vestiging. Op basis van het onderzoek luidt het antwoord op de onderzoek vraag als volgt: “Bij de optimale bestelstrategie worden de producten middels een analyse toegewezen aan een geschikte bestelmethode binnen het MRP-systeem. Verder worden hierbij de optimale bestelgroottes en bestelfrequenties van de producten uit dezelfde hoofdgroep (family grouping) met behulp van een aangepaste versie van de Multi-item lot sizing methode bepaald.” |
Item Type: | Essay (Master) |
Faculty: | BMS: Behavioural, Management and Social Sciences |
Subject: | 85 business administration, organizational science |
Programme: | Industrial Engineering and Management MSc (60029) |
Link to this item: | https://purl.utwente.nl/essays/72642 |
Export this item as: | BibTeX EndNote HTML Citation Reference Manager |
Repository Staff Only: item control page