University of Twente Student Theses

Login

Luchtkwaliteit, een veel besproken onderwerp : Reconstructie knooppunten Joure en Gieten

Vrancken, Lieke (2007) Luchtkwaliteit, een veel besproken onderwerp : Reconstructie knooppunten Joure en Gieten.

[img] PDF
401kB
[img] PDF
1MB
Abstract:Dit rapport is opgesteld naar aanleiding van de wens van Rijkswaterstaat Dienst Noord Nederland (RWS DNN) om inzicht te krijgen in de procedures rondom de luchtkwaliteit bij middelgrote projecten. Bij grote projecten (MIT/ZSM) staat de werkwijze vast en voor de kleinere projecten is de ‘Nota werkwijze luchtkwaliteit kleinere projecten’ gepubliceerd. In het huidige onderzoek is gewerkt vanuit deze nota. Het doel van dit rapport ligt bij het inzichtelijk maken welke procedures en gegevens nodig zijn bij een luchtkwaliteitonderzoek en in het bijzonder bij twee infrastructurele projecten, Joure en Gieten. Rijkswaterstaat is momenteel bezig met de planstudie van deze projecten. Het knooppunt Joure is een rotonde met vier aansluitingen. Er moet een oplossing komen voor een betere doorstroming vanaf Heerenveen (A7) naar Lemmer (A6). Dit project wordt gekenmerkt als een Design & Construct (D&C) project en de aanbesteding vindt plaats voor de bestemmingsplanprocedure. Het knooppunt Gieten is een gelijkvloerse kruising in de vorm van een rotonde. Het plan is om de N33 onder de N34 door te laten gaan. Er ligt een voorontwerp vanuit RWS DNN om de bestemmingsplanprocedure te doorlopen. Dit project kent ook een D&C aanbestedingsvorm. Bij een project moet altijd bepaald worden of het vanuit wettelijk oogpunt noodzakelijk is om een luchtkwaliteitonderzoek uit te voeren. Dit wordt bepaald aan de hand van de juridische toets. De juridische toets laat zien of er al dan niet een wettelijk besluit nodig is om het project door te laten gaan. Indien een besluit (bestemmingsplan, WBRvergunning, vrijstellingsbesluit of verkeersbesluit) vereist is, moet rekening worden gehouden met de luchtkwaliteit. Er moet in dat geval aangetoond worden dat aan de eisen van stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) voldaan kan worden. Aan de overige normen uit het Besluit Luchtkwaliteit 2005 (en per voorjaar 2007 uit de Wet luchtkwaliteisteisen) kan Nederland voldoen en deze normen hoeven in principe niet te worden bekeken. Onderstaande schema geeft een overzicht van de normen van NO2 en PM10. Joure en Gieten niet overschreden. De waarden lagen ongeveer op de helft van de normen. Om inzicht te krijgen in het effect van de projecten op de luchtkwaliteit is een kwalitatieve inschatting gemaakt, in dit rapport wordt dit de technische toets genoemd. Er wordt gekeken naar de verkeerskundige en overdrachtseffecten van de autonome ontwikkeling en de ontwikkeling bij doorgang van het project. Het te verwachten effect op de luchtkwaliteit bij doorgang van beide projecten is volgens de kwalitatieve inschatting beperkt negatief. Bij een beperkt effect dient vervolgens een kwantitatieve inschatting gemaakt te worden, die moet worden getoetst aan de grenswaarden. Er wordt volstaan om de luchtkwaliteit bij een beperkt effect te onderzoeken met een screeningsmodel, het CARII model. Inputgegevens voor het CARII model zijn: algemene gegevens, intensiteiten, parkeerbewegingen, snelheidstypering, wegtype, bomenfactor en afstand tot de wegas. NO2 wordt op een afstand van 5 meter afstand vanaf de wegrand gemeten en PM10 op een afstand van 10 meter. De rekenmethode van een model moet altijd voldoen aan de eisen vanuit het Meet- en Rekenvoorschrift. Voor het project Gieten is het aan te raden om bij het onderzoek ook de ontwikkeling van het OVknooppunt van Provincie Drenthe mee te nemen. Mocht er een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden zijn dan moet er gekeken worden naar de significantie van de bijdrage van het project aan de luchtkwaliteit. Deze significante bijdrage wordt omschreven in de nieuwe wet. De significantie van de bijdrage wordt bepaald aan de hand van de 3% ‘in betekende mate’ toets. Deze 3% komt overeen met een bijdrage van het project aan de jaargemiddelde concentraties NO2 en PM10 van 1,2 μg/m3. Bij de projecten Joure en Gieten zijn geen overschrijdingen van de grenswaarden te verwachten en kan het project doorgaan zonder de 3% ‘in betekenende mate’ toets uit te hoeven voeren. Als een project méér dan 3% bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit dan moeten er maatregelen getroffen worden om de verslechtering te verminderen. Het gebruik van deze compensatiemaatregelen wordt ook wel salderen genoemd. Is een saldering niet afdoende dan moet het project in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit opgenomen worden, zodat het alsnog doorgang kan vinden. Hier volgen de stappen die doorlopen moeten worden voor een luchtkwaliteitprocedure. Indien er ontkennend antwoord op een vraag gegeven wordt dan kan een project doorgang vinden en dienen de resultaten gemotiveerd in het besluit weergegeven te worden. Overige stappen moeten gewoon uitgevoerd worden. Bijlage 1 bevat een algemeen schema voor deze stappen. • Moet er voor het project een wettelijk besluit genomen worden? • Een idee vormen van de huidige concentraties NO2 en PM10 in het projectgebied. • Het kwalitatief in kaart brengen van de verkeerskundige en overdrachtseffecten van de projectontwikkeling ten opzichte van de autonome ontwikkeling. • Naar aanleiding van de kwalitatieve inschatting het te verwachten effect op de luchtkwaliteit bepalen. • Welk model is geschikt om de luchtkwaliteit bij het project te beoordelen. • Is er een (dreigende) overschrijding? Dit wordt bepaald door het toetsen van NO2 en PM10 aan de geldende wetgeving bij de projectontwikkeling. • Draagt het project 3% ‘in betekende mate’ bij aan de concentraties NO2 en PM10. • Zijn er maatregelen die het negatieve effect van het project op de luchtkwaliteit kunnen verminderen? Dit is ook bekend als het salderen. • Indien het effect na het salderen alsnog significant bijdraagt aan de luchtkwaliteitverslechtering dan zal het project in het NSL opgenomen moeten worden. Aangezien de huidige concentraties ongeveer op de helft van de normen liggen, wordt verondersteld dat zich bij de projecten Joure en Gieten geen dreigende overschrijdingen voordoen. Om deze reden hoeft er bij de projecten ook niet getoetst te worden aan de 3% ‘in betekende mate’. De resultaten van het luchtkwaliteitonderzoek (met het CARII model) moeten worden opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Het is dus te verwachten dat de projecten doorgang kunnen vinden op basis van het aspect luchtkwaliteit.
Item Type:Essay (Bachelor)
Clients:
Rijkswaterstaat Noord Nederland, The Netherlands
Faculty:ET: Engineering Technology
Subject:56 civil engineering
Programme:Civil Engineering BSc (56952)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/74558
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page