University of Twente Student Theses
Samenwerking in het sociaal domein in kleine Twentse gemeenten : Een onderzoek naar ervaringen van professionals met samenwerking in sociale teams in Borne, Haaksbergen en Wierden
Langkamp, R. (2018) Samenwerking in het sociaal domein in kleine Twentse gemeenten : Een onderzoek naar ervaringen van professionals met samenwerking in sociale teams in Borne, Haaksbergen en Wierden.
PDF
1MB |
Abstract: | Sinds 2015 werken de meeste Nederlandse gemeenten met zogenoemde ‘sociale teams’. Omdat deze teams verantwoordelijk zijn voor een belangrijk deel van de zorg aan de inwoners van een gemeente, is het van groot belang dat de samenwerking binnen deze teams zo optimaal mogelijk verloopt. Naar deze samenwerking is echter tot op heden nauwelijks onderzoek gedaan. Daarom is het van belang meer inzicht te krijgen in de ervaringen van professionals met betrekking tot de samenwerking in deze teams. De onderzoeksvraag die centraal staat in deze masterscriptie is: (1) Hoe ervaren de professionals de samenwerking in de sociale teams op dit moment, (2) wat zijn volgens hen hierbij de best practices en knelpunten en (3) hoe kan de samenwerking in sociale teams volgens hen worden verbeterd? Voor dit onderzoek is een theoretisch model ontwikkeld op basis van een vergelijking tussen verschillende modellen op het gebied van samenwerking. Uit dit model zijn de minst onderzochte variabelen geselecteerd, aangezien hun effect op samenwerking nog niet (geheel) bekend is. Deze variabelen vormen de basis van dit onderzoek. Dit zijn: eerdere ervaring, tijd en ruimte vanuit de eigen organisatie, informele communicatie, interprofessionele educatie en het geven van feedback. Met betrekking tot het eerste element van de onderzoeksvraag blijkt dat de variabelen eerdere ervaring, voldoende tijd en ruimte vanuit de eigen organisatie en het geven van feedback aanwezig zijn in de samenwerking van alle onderzochte sociale teams. De variabelen informele communicatie en interprofessionele educatie zijn allebei in twee van de drie teams aanwezig. Er kan worden geconcludeerd dat aanwezigheid van deze variabelen een positief effect heeft op de samenwerking in het team. Het is echter, tegen de verwachting in, niet per definitie zo dat afwezigheid van een variabele een negatief een belemmering vormt voor de samenwerking. Dit zien we onder andere bij het afwezig zijn van informele communicatie in een van de teams en het afwezig zijn van interprofessionele educatie in een ander team. Met betrekking tot het tweede element van de onderzoeksvraag kan worden gesteld dat er verschillende best practices en knelpunten worden genoemd door de professionals met betrekking tot de onderzochte variabelen en de samenwerking in het algemeen. Hierbij werden onder andere als best practices genoemd dat de betrokken organisaties hun professionals voldoende tijd en ruimte moeten geven om van het sociaal team een succes te maken en dat het belangrijk is dat professionals eventuele feedback bespreekbaar maken in het team. Als knelpunt wordt onder andere genoemd dat niet alle professionals dezelfde activiteiten op het gebied van interprofessionele educatie nuttig/leuk vinden. De genoemde punten geven inzicht in wat goed en minder goed verloopt in de samenwerking in sociale teams. Om het laatste element van de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden is professionals gevraagd naar verbeterpunten voor de samenwerking in hun team. De punten die zij noemen zijn nogal uiteenlopend van aard, waardoor het moeilijk is om algemene verbeterpunten formuleren voor de samenwerking in sociale teams. Dit heeft te maken met het feit dat de onderzochte teams qua inrichting en opzet van elkaar verschillen. Zo hebben niet alle sociale teams te maken met inwoners in het team. Ondanks deze verschillen geven de genoemde punten wel inzicht in waar nog mogelijkheden tot verbetering liggen en hoe deze punten kunnen worden verbeterd. Tot slot is er een aantal aanbevelingen geformuleerd. Het blijkt bijvoorbeeld dat twee van de drie onderzochte teams ‘gemeente-breed’ zijn opgezet en één als wijkteam. In de twee gemeente-brede teams was wel sprake van informele communicatie, terwijl hier in het wijkteam geen/weinig sprake van was. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de professionals uit dit team door de beperktere frequentie waarmee zij elkaar zien minder de behoefte hebben om een informele band met elkaar op te bouwen dan de professionals uit de teams die elkaar vaker zien. Gemeenten kunnen deze constatering en de andere aanbevelingen in overweging nemen bij de keuze hoe zij de sociale teams in hun gemeente willen inrichten. |
Item Type: | Essay (Master) |
Faculty: | BMS: Behavioural, Management and Social Sciences |
Subject: | 88 social and public administration |
Programme: | Public Administration MSc (60020) |
Link to this item: | https://purl.utwente.nl/essays/74665 |
Export this item as: | BibTeX EndNote HTML Citation Reference Manager |
Repository Staff Only: item control page