University of Twente Student Theses

Login

Integraliteit versus complexiteit bij PPS : een te winnen tweestrijd : een verkennend onderzoek naar een procesmodel om meerwaarde te creëren door middel van een integrale benadering van het bouwproces voor een gebouwgebonden publiek-private samenwerking

Reuser, R.F.J. (2007) Integraliteit versus complexiteit bij PPS : een te winnen tweestrijd : een verkennend onderzoek naar een procesmodel om meerwaarde te creëren door middel van een integrale benadering van het bouwproces voor een gebouwgebonden publiek-private samenwerking.

[img] PDF
1MB
Abstract:Publiek-Private Samenwerking (PPS), een samenwerkingsvorm tussen overheid- en marktpartijen, is in de loop van de eeuwen in verschillende hoedanigheden voorgekomen. In de PPS van vandaag de dag zijn twéé vormen te onderscheiden. Aan de ene kant is er een geïnstitutionaliseerde variant van PPS, de 'joint-venture PPS', hierbij is de samenwerking het meest intensief. Aan de andere kant is er de zogenaamde 'concessie-PPS', een strikt contractuele variant, waarbij samenwerking zich beperkt tot het opstellen van een contract. Op deze laatste vorm richt dit onderzoek zich. De Rijksgebouwendienst (Rgd) probeert evenals Rijkswaterstaat (RWS), in lijn met het overheidbeleid, PPS te stimuleren. Dit doen ze door zoveel mogelijk hun projecten met PPS aan te besteden. Voorwaarde hiervoor is wel dat de toets voorafgaande aan de aanbesteding uitwijst dat er daadwerkelijk meerwaarde te verwachten valt. Deze toets voert de Rgd pas uit bij projecten vanaf 25 miljoen euro, voor RWS geldt zelfs een drempel van 112,5 miljoen. Dit onderzoek richt zich op de projecten van de Rgd, het gaat hierbij om huisvestingsprojecten. De Rgd als opdrachtgever besteedt het project aan, de gegunde partij zorgt voor ontwerp, bouw, financiering en projectafhankelijk voor onderhoud, beheer en de facilitaire dienstverlening. Zo ontstaat het zogehete DBFMO-contract (Design, Build, Finance, Maintain, Operate) of een variant hierop. Met het DBFMO-contract tracht de aanbestedende dienst (in dit geval dus de Rgd) de risico's bij de partij te leggen die deze risico's het best kan beheersen. Bij Laanbroek Schoeman adviseurs (LSa) ontstond, als reactie hierop, de vraag of LSa zelf een rol zou kunnen gaan spelen in deze nieuwe vorm van realisatie van huisvesting. Hieraan liggen voornamelijk twee eigenschappen van het DBFMOcontract ten grondslag: 1 Door de grootte van het project is het niet voor de hand liggend dat één partij alle benodigde kennis in huis heeft om het project te ontwikkelen, met als resultaat dat er consortia worden gevormd. 2 De projecten worden aanbesteed met één contract waarin alle fasen van het project zijn opgenomen. De vraag is geformuleerd in de vorm van outputspecificaties. Met als gevolg dat de partijen veel vrijheid krijgen, maar ook gedwongen worden om de levenscyclus van het project integraal te benaderen. De integrale benadering maakt het mogelijk om meerwaarde te creëren. Keerzijde hieraan is de complexiteit die gepaard gaat met deze integrale benadering. De complexiteit wordt op zijn beurt weer versterkt door de benodigde samenwerking tussen meerdere partijen in een consortium. Het beheersen van de complexiteit en het sturen van het proces is belangrijk om tot een goed eindresultaat te komen. LSa kan, met zijn expertise op het gebied van huisvesting- en projectmanagement en zijn ervaringen in Rijkshuisvestingsprojecten, hierin een belangrijke rol gaan spelen. Besluit tot het aanbesteden via een concessie-PPS wordt genomen wanneer onderzoek uitwijst dat het meerwaarde zal opleveren voor de opdrachtgever. Bij de aanbesteding van de DBFMO-contracten komt dit terug in de vorm van een gunning op basis van de economisch meest voordelige inschrijving. Kort gezegd: het consortium dat in staat is de meeste meerwaarde te creëren, zal de gunning verkrijgen. Het beheersen van het proces en het stimuleren van creativiteit en synergie zijn hierbij essentieel. Dit onderzoek heeft als doel het ontwikkelen van een procesmodel waarmee LSa en eventuele aanvullende initiators een consortium kunnen samenstellen en beheersen. Dit procesmodel zal er aan moeten bijdragen dat de kans op gunning zo groot mogelijk is. Bij het ontwikkelen van het procesmodel is zoveel mogelijk geprobeerd de vraagstelling (vanuit de Rgd) en de theorie als uitgangspunt te nemen, veronderstellingen vanuit de praktijk zijn zo veel mogelijk uitgebannen. Dit heeft geleid tot een procesmodel dat alle betrokkenen vanaf het begin van het project betrekt. Zo wordt integraliteit in het proces gewaarborgd. Doordat het model tevens ook de mate van participatie beschrijft, wordt voorkomen dat partijen te veel of te weinig betrokken zijn. Wat er voor moet zorgen dat complexiteit wordt tegengegaan. Projectspecifiek zal het procesmodel kunnen verschillen, afhankelijk van wat belangrijk geacht wordt. Door de meerwaarde, die behaalt moet worden, te omschrijven in kernthema's wordt de meerwaarde geoperationaliseerd. De kernthema's zullen voorafgaand aan het project vastgesteld moeten worden, zodat ze gewaarborgd kunnen worden in het procesmodel. Het procesmodel beschrijft ook de financiële constructie met de daarmee gepaard gaande risico's voor het consortium. Bij het opstellen van de financiële constructie is rekening gehouden met een juiste risicoallocatie en het minimaliseren van transactiekosten (met daarbij de voorwaarde dat dit niet ten koste gaat van de integrale benadering). Naast het model is er nog een aantal aanbevelingen te doen aan het consortium waar LSa in participeert. Zo is het imago en de presentatie van het te leveren object erg belangrijk. De beste prijs/kwaliteitverhouding zal niet per definitie leiden tot gunning, de presentatie speelt hierin ook een belangrijk rol.
Item Type:Essay (Bachelor)
Clients:
Laanbroek Schoeman adviseurs b.v., Rotterdam, The Netherlands
Faculty:ET: Engineering Technology
Subject:56 civil engineering
Programme:Civil Engineering BSc (56952)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/74719
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page