University of Twente Student Theses
Traditioneel of Design & Construct? : doelgericht aanbesteden
Kuiper, P.J. (2010) Traditioneel of Design & Construct? : doelgericht aanbesteden.
Full text not available from this repository.
Full Text Status: | Access to this publication is restricted |
Abstract: | Vooraf aan elk project is het essentieel om een gedegen aanbestedingsvorm te kiezen. Om op deze wijze het project goed in de markt te zetten en direct vanaf het begin van het project bepaalde risico‟s te tackelen. Vanuit deze aanleiding is er voor InVra plus b.v. een onderzoek uitgevoerd naar de meest geschikte aanbestedingsvorm voor projecten. In het onderzoek zijn de twee basisvormen van traditioneel aanbesteden en Design & Construct (D&C) met elkaar vergeleken. De bevinding van deze vergelijking zijn verwerkt in een keuzemodel dat is ontstaan vanuit de ex ante evaluatiemethode de gewogen sommering. Dit keuzemodel moet dienen als instrument om InVra plus b.v. te ondersteunen bij de keuze voor de aanbestedingsvorm van een project. Het doel van het onderzoek is: “Het realiseren van een eerste keuzemodel om voor projecten een keuze te kunnen maken tussen de traditionele aanbestedingsvorm en D&C”. Het onderzoek begint met een uiteenzetting van de bekendste aanbestedingsprocedures, waarin traditioneel aanbesteden en D&C voorkomen. Vanuit deze aanbestedingsprocedures is de opzet van beide aanbestedingsvormen uitgewerkt. Hierbij is het voornaamste kenmerk dat bij traditioneel aanbesteden de opdrachtgever verantwoordelijk is voor de tekeningen en het bestek, waarmee het gehele project is uitgewerkt. Voor de aannemer blijft dan alleen nog de uitvoerende verantwoordelijkheid over. Terwijl bij D&C de opdrachtgever alleen functioneel specificeert in een Programma van Eisen wat er gerealiseerd dient te worden en de aannemer zowel voor het ontwerp als de uitvoering van het project verantwoordelijk is. Nadat de opzet van traditioneel aanbesteden en D&C zijn beschreven zijn de criteria ter beoordeling van projecten vastgesteld. Wetenschappelijke literatuur, de „Leidraad Aanbesteden voor de bouw‟ van de Regieraad Bouw en interviews met experts zijn de bronnen waaruit deze verscheidene criteria zijn achterhaald. De criteria die voor dit onderzoek zijn vastgesteld zijn: tijd, geld, kwaliteit, kennis, innovatie, verantwoordelijkheid, communicatie, functionaliteit, complexiteit, flexibiliteit, omgeving, politiek & beleid en marktcultuur. Het criterium „marktcultuur‟ is in een later stadium uit het onderzoek geschrapt, aangezien experts hebben aangegeven dat het criterium al in andere criteria tot uitdrukking komt. Aan de overgebleven criteria zijn vervolgens projectdoelstellingen gekoppeld. Dit zijn algemene doelstellingen per criterium die van toepassing zijn op ieder project. Gelijktijdig zijn de voor- en nadelen van traditioneel aanbesteden en D&C overzichtelijk en inzichtelijk uiteengezet in een SWOT-analyse. In de SWOT-analyse staat exact per criterium weergegeven wat de sterktes en zwaktes van de aanbestedingsvormen zijn vanuit het perspectief van de opdrachtgevers en wat de kansen en bedreigingen van de aanbestedingsvormen zijn vanuit het perspectief van de aannemers, adviseurs en eindgebruikers. Voor deze SWOT-analyse zijn nogmaals de bronnen wetenschappelijke literatuur, de „Leidraad Aanbesteden voor de bouw‟ van de Regieraad Bouw en interviews met experts gebruikt. Om een koppeling te kunnen maken tussen de criteria en de aanbestedingsvormen is er gebruik gemaakt van de projectdoelstellingen en beoordelingsschalen, die volgens de opzet van een vijfpunts Likertschaal zijn opgesteld. Als voorbeeld is hieronder de beoordelingsschaal voor het criterium tijd weergegeven. Het criterium tijd heeft in het onderzoek als projectdoelstelling: “Het project in een zo kort mogelijk tijdsbestek afronden.” Door middel van de beoordelingsschalen kan een score worden gegeven aan de aanbestedingsvormen, die aangeeft in welke mate de aanbestedingsvormen in staat zijn de doelstellingen, ofwel criteria, te behalen c.q. waarborgen. De „beoordelingsscores‟ die zijn behaald door de aanbestedingsvormen zijn weergegeven in onderstaande tabel. Deze koppeling van de aanbestedingsvormen aan de criteria door middel van de „beoordelingsscores‟ vormen de basis van het keuzemodel. Vervolgens zijn vanuit project Meerstad vier projecten willekeurig gekozen. Deze vier projecten zijn verschillend van aard, waardoor de toepassing en validatie van het keuzemodel nog beter tot zijn recht komt. Voor deze vier projecten is nagegaan welke criteria van belang zijn. Dit is gedaan door experts weegfactoren te laten toekennen aan elk criterium per project. Deze weegfactor heeft een waarde tussen de nul en de één. De weegfactor is lineair gestandaardiseerd, waarbij een waarde van nul geen belang en een waarde van één een groot belang van het criterium voor het project aangeeft. Deze weegfactoren vormen samen met de „beoordelingsscores‟ het keuzemodel. Het keuzemodel gebruikt op deze wijze de basisopzet van de ex ante evaluatiemethode de gewogen sommering. Door de vermenigvuldiging van de „beoordelingsscores‟ en de weegfactoren ontstaan totaalscores voor de twee aanbestedingsvormen per project. Deze totaalscores zijn weergegeven in onderstaande tabel, waarin ook de uiteindelijke keuze die volgt uit het keuzemodel is weergegeven. Vanwege het feit dat er tijdens dit onderzoek een nieuw model is ontwikkeld, moet het model ook worden gevalideerd. Deze validatie is uitgevoerd door vier experts dezelfde projecten voor te leggen, zonder de scores, en hun tevens de keuze te laten maken tussen traditioneel aanbesteden en D&C als meest geschikte aanbestedingsvorm voor de projecten. De resultaten van de validatie zijn weergegeven in onderstaande tabel. Vanuit de resultaten van de validatie valt te concluderen dat het keuzemodel acht maal overeenkomt met de keuzes van de experts uit de validatie. Echter valt op te merken dat het keuzemodel bij alle projecten traditioneel aanbesteden aangeeft als meest geschikte aanbestedingsvorm. Vanuit de validatie wordt dit onderbouwd door expert V4, aangezien hij ook viermaal aangeeft dat traditioneel aanbesteden de meest geschikte vorm is. Echter kan al vanuit de „beoordelingsscores‟ worden geconcludeerd dat traditioneel aanbesteden meer kans heeft op een hogere score dan D&C, aangezien traditioneel aanbesteden vaker de hoogste score bij de criteria heeft dan dat D&C de hoogste score heeft. Dit wordt onderbouwd door het project van de beweegbare brug bij de sluis tussen Meerstad en het Slochterdiep, aangezien bij de validatie bijna alle experts D&C aangeven als meest geschikte aanbestedingsvorm. Terwijl het keuzemodel als meest geschikte aanbestedingsvorm traditioneel aanbesteden aangeeft. Eén van de aanbevelingen voor vervolgonderzoek is dan ook dat de conservatieve houding van het keuzemodel tegenover D&C verder onderzocht moet worden. Voor InVra plus b.v. wordt de aanbeveling gedaan om een eigen visie en richtlijnen te ontwikkelen voor het aanbesteden van projecten en het keuzemodel verder te ontwikkelen door middel van uitbreiding van de aanbestedingsvormen. |
Item Type: | Essay (Bachelor) |
Clients: | InVra plus b.v., Haren, The Netherlands |
Faculty: | ET: Engineering Technology |
Subject: | 56 civil engineering |
Programme: | Civil Engineering BSc (56952) |
Link to this item: | https://purl.utwente.nl/essays/74778 |
Export this item as: | BibTeX EndNote HTML Citation Reference Manager |
Repository Staff Only: item control page