University of Twente Student Theses

Login

Kwantificeren van flow in het mesenteriale netwerk met behulp van flow-MRI voor de diagnose van chronische mesenteriale ischemie

Buter, M. and Klein Gunnewiek, K. and Klunder, S.G.J. and Kuijer, K.M. and Tabernée Heijtmeijer, S.J.C. (2019) Kwantificeren van flow in het mesenteriale netwerk met behulp van flow-MRI voor de diagnose van chronische mesenteriale ischemie.

Full text not available from this repository.

Full Text Status:Access to this publication is restricted
Abstract:Achtergrond: Chronische mesenteriale ischemie (CMI) wordt gekenmerkt door een of meerdere stenoses in de tr. coeliacus (TC), a. mesenterica superior (SMA) en a. mesenterica inferior (IMA). Collaterale bloedvaten tussen de drie grote mesenteriale vaten zorgen voor een compenserend vermogen waardoor veel mensen met een stenose geen klachten krijgen. Daardoor ligt de prevalentie van CMI rond de 1 per 100.000 per jaar in tegenstelling tot de hoge prevalentie van stenoses. Het stellen van de diagnose CMI is lastig omdat klachten overeenkomen met veel andere gastro-intestinale aandoeningen en omdat de huidige diagnostiek onvoldoende onderscheidend is. Het is ongewenst een stenose te behandelen als dit niet de oorzaak van de klachten is. Flow-MRI is een potentiële objectieve methode die de bloedtoevoer van het mesenteriale netwerk kan bepalen. In dit onderzoek wordt onderzocht hoe de flow door het mesenteriale netwerk bepaald kan worden met behulp van flow-MRI. Methode: De nauwkeurigheid van flow-MRI en de invloed van de vatdiameter, resolutie en de VENC op de nauwkeurigheid is onderzocht met behulp van een fantoom en een hart-longmachine met continue flow. Daarnaast is op deze manier het gebruik van triggering bij een pulsatiele flow getest. In vivo zijn op twee gezonde proefpersonen metingen uitgevoerd om te onderzoeken of de flow in de TC, SMA en IMA bepaald kan worden. De flow is zowel pre- als postprandiaal in 2D over de tijd gemeten. Als toevoeging op de 2D meting zijn ook flowbepalingen in 3D over de tijd uitgevoerd. Resultaten: De nauwkeurigheid van de flowbepaling van elk vat is bij; 10 mm, 90-99%; 8 mm, 100%; 6 mm, 97-98%; 4 mm, 89-92%; 2 mm, 92-100%; 1 mm, 80-100%. Bij de metingen waarbij de resolutie werd gevarieerd was de nauwkeurigheid van de metingen in de 2 mm buis met een resolutie in de slice van (2,0 x 2,0) mm2 en (2,5 x 2,5) mm2 respectievelijk 78% en 56%. De overige metingen waren 97-100% nauwkeurig. Bij het onderzoek naar de invloed van de VENC was de afwijking van de metingen met een VENC van 91% en 114% van de verwachte gemiddelde snelheid respectievelijk -154,15% en -7,14%. Bij de metingen waarbij de VENC werd overschat was de nauwkeurigheid 98-100%. Bij de in-vivometingen waren de pre- en postprandiale flowwaarden van de drie mesenteriale arteriën van proefpersoon 1 respectievelijk: TC: 0,395 en 0,815, SMA: 0,276 en 0,831, IMA: 0,091 en 0,107 l/min. Van proefpersoon 2 waren deze waarden respectievelijk: TC: 0,264 en 0,462, SMA: 0,240 en 0,733, IMA: 0,065 en 0,064 l/min. Conclusie: Flow-MRI is in staat om de flow 97% nauwkeurig te bepalen in rechte buizen met een diameter van 4 tot 10 mm. Het is mogelijk gebleken om de flow 2D over de tijd in de TC, SMA en IMA, en daarmee de totale flow door het mesenteriale netwerk door te bepalen. Op basis van de gevonden resultaten kan worden gesteld dat met dit onderzoek een goede basis is gelegd voor het gebruik van flow-MRI in het stellen van de diagnose CMI.
Item Type:Essay (Bachelor)
Faculty:TNW: Science and Technology
Subject:44 medicine
Programme:Technical Medicine BSc (50033)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/78252
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page