University of Twente Student Theses

Login

Optimalisatie van medicatiebeschikbaarheid met behulp van risicoanalyse en simulatiestudie

Visser, BSc Jedidja (2019) Optimalisatie van medicatiebeschikbaarheid met behulp van risicoanalyse en simulatiestudie.

[img] PDF
2MB
Abstract:Naar aanleiding van een klacht van een feochromocytoompatiënt over de opnameperiode rond de operatie, besloot het UMC Utrecht Cancer Center het gehele opnameproces te onderzoeken. De patiënt benoemt problemen over de medicatielogistiek, de kennis van endocriene aandoeningen bij het personeel op de afdeling waar zij opgenomen was, over de organisatie en de regievoering en over verantwoordelijkheden en de manier van communiceren van het UMC Utrecht. De medewerkers van het UMC Utrecht Cancer Center krijgen door deze klacht het vermoeden dat deze problemen bij meer patiënten spelen. Er zijn echter geen verdere meldingen over incidenten bij feochromocytoom-patiënten en er is ook nog geen data-analyse gedaan. Het doel van dit onderzoek is om het opnameproces van feochromocytoompatiënten te verbeteren, door het identificeren van de potentiële faalwijzen binnen het opnameproces, deze zowel kwalitatief als kwantitatief te beoordelen en hiervoor oplossingen te formuleren. Dit onderzoeksdoel bereiken wij door middel van een Safer-analyse en een simulatiestudie, wat een veelbelovende combinatie is die nooit in de literatuur is beschreven. SAFER-METHODE De Safer-methode is een prospectieve risicoanalyse, waarbij een multidisciplinair team alle potentiële faalwijzen van een zorgproces identificeert. Vervolgens geeft het team deze faalwijzen een risicoscore op basis van de ernst en de kans van het optreden van de faalwijze. Wij hebben 30 processtappen met 69 potentiële faalwijzen geïdentificeerd die gerelateerd zijn aan het ontvangen van medicatie door feochromocytoompatiënten. Veertien van deze faalwijzen hebben een hoog risico, deze zijn weergegeven in Tabel 1. SIMULATIESTUDIE Om de faalwijzen met een hoge risicoscore vervolgens kwantitatief te beoordelen op hun invloed op de totale prestatie van het proces, voeren wij een Monte-Carlosimulatiestudie uit met de faalwijzen uit Tabel 1 als variabele input. Het simulatiemodel is geverifieerd en gevalideerd en in dit model voeren wij een ‘one-factor-at-a-time’ experimentenontwerp uit waarbij wij voor de huidige situatie, het best-case-scenario en het worst-case-scenario van elke faalwijze de prestatie van het proces berekenen. De prestatie van het proces definiëren wij als het percentage juiste geneesmiddelen dat de patiënten ontvangen op het juiste tijdstip in de juiste dosering van het totaal aantal geneesmiddelen dat zij nodig hebben tijdens en direct na de opnameperiode. Uit de Monte Carlo simulatie van de huidige situatie blijkt dat de prestatie nu ligt in een 95%-betrouwbaarheidsinterval van 88 tot 91%. Vanuit de andere experimenten gecombineerd met gesprekken met medewerkers van het UMC Utrecht adviseren wij of de faalwijzen geaccepteerd, gecontroleerd of geëlimineerd moeten worden, zoals beschreven in Tabel 1. Tabel 1 - Advies faalwijzen Faalwijze omschrijving Advies 1 De patiënt heeft zijn/haar eigen medicatie van thuis niet meegenomen. Elimineren 2 De zaalarts van de interne geneeskunde schrijft de medicatie te laat voor in het EPD, waardoor de medicatie pas de volgende ochtend wordt geleverd. Accepteren 3 Op de interne geneeskunde wordt de medicatie geheel gestopt in plaats van tijdelijk, waardoor de patiënt het op de chirurgische afdeling niet ontvangt. Accepteren 4 Medicatie wordt onterecht preoperatief gestopt op de interne geneeskunde. Controleren 5 Medicatie wordt onterecht vervangen door een vergelijkbaar middel op de interne geneeskunde, wat voor de patiënt niet werkt. Elimineren 6 Er zijn leveringsproblemen vanuit de apotheek. Controleren 7 De zaalarts verwerkt het medicatievoorstel van de apotheek niet op de juiste manier aan het begin van de opname. Controleren 8 Medicatie wordt niet meegegeven van de interne geneeskunde naar de operatiekamer. Elimineren 9 Medicatie wordt niet meegegeven van de recovery naar de chirurgische afdeling. Accepteren 10 Medicatie wordt onterecht vervangen door een vergelijkbaar middel op de chirurgische afdeling, wat voor de patiënt niet werkt. Elimineren 11 Zaalarts van de chirurgische afdeling schrijft de medicatie te laat voor in het EPD, waardoor de patiënt de medicatie te laat ontvangt. Accepteren 12 De zaalarts schrijft het noodzakelijke ‘stressschema’ met specifieke geneesmiddelen niet voor op de chirurgische afdeling. Accepteren 13 De thuismedicatie wordt niet juist gereactiveerd bij ontslag. Elimineren 14 Bewust gestopte medicatie wordt onterecht herstart bij ontslag. Controleren Het simulatiemodel laat zien dat door het elimineren van deze faalwijzen patiënten in 99% van de gevallen de juiste medicatie op de juiste tijd en de juiste dosering ontvangen. Dit is een significant verschil ten opzichte van de prestatie van de huidige situatie. CONCLUSIE Wij adviseren het UMC Utrecht Cancer Center het volgende: 1. Geef patiënten altijd al hun geneesmiddelen mee naar de operatiekamer vanaf de interne geneeskunde. 2. Overleg het reactiveren van thuismedicatie altijd met de patiënt en endocrinoloog om te zorgen dat dit altijd juist gereactiveerd wordt. 3. Combineer in de toekomst het uitvoeren van een Safer-analyse met een simulatiestudie, om de betrouwbaarheid van de resultaten te verhogen. Figuur 1 laat voor alle veertien faalwijze de resultaten van de Safer-analyse en de simulatiestudie zien. Hoewel deze twee methodes niet direct te vergelijken zijn, laten de volgende punten zien dat de combinatie de betrouwbaarheid van de resultaten verhoogt: 1. De simulatiestudie neemt de invloed van de faalwijze op het hele opnameproces mee, waardoor faalwijze 3 geaccepteerd wordt en faalwijze 6 gecontroleerd, terwijl deze faalwijzen hetzelfde zijn gescoord in de Safer-analyse. Vanuit de simulatie blijkt namelijk dat het worst-case-scenario van faalwijze 6 een veel grotere invloed heeft op het proces dan het worst-case-scenario van faalwijze 3. 2. Het construeren van het simulatiemodel geeft inzichten over de relaties tussen faalwijzen. Zo blijkt vanuit het simulatiemodel dat als faalwijze 1 opgelost wordt, faalwijze 2 geen rol meer speelt binnen dit proces. Dit had in de Safer-analyse gemakkelijk vergeten kunnen worden. 3. De simulatiestudie heeft kwantitatieve inputgegevens nodig, waardoor het proces meer in detail onderzocht wordt. Hierdoor bleek dat faalwijze 12, die een kans en ernst score van 2 had, nooit voor is gekomen afgelopen jaren door allerlei controlemaatregelen. HOE NU VERDER? Wij adviseren het UMC Utrecht Cancer Center om de komende jaren het proces rondom deze feochromocytoom patiënten in de gaten te houden en te zien of de voorgestelde wijzigingen ook het juiste effect behalen. Daarnaast adviseren wij om in de toekomst een Safer-analyse van een complex zorgproces altijd te combineren met een simulatiestudie.
Item Type:Essay (Bachelor)
Clients:
UMC Utrecht, Utrecht, Nederland
Faculty:BMS: Behavioural, Management and Social Sciences
Subject:58 process technology
Programme:Industrial Engineering and Management BSc (56994)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/78446
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page