University of Twente Student Theses
Een 3D-vergelijking van SAFIR-voorspelde thermische leverablaties met postablatieve CT-beelden bij levertumoren
Broeze, G.M. and Everink, S.R.T. and Rijntjes, J. and Zwaan, J. van der (2020) Een 3D-vergelijking van SAFIR-voorspelde thermische leverablaties met postablatieve CT-beelden bij levertumoren.
Full text not available from this repository.
Full Text Status: | Access to this publication is restricted |
Abstract: | Hepatocellulair carcinoom (HCC) of colorectale levermetastase (CRLM) kan behandeld worden middels thermische ablatie. Er bestaan verschillende vormen van thermische ablatie, zoals radiofrequente ablatie (RFA) en microwave ablatie (MWA). Tot op heden is het niet mogelijk om een thermische ablatie vooraf te plannen, omdat er nog geen programma bestaat dat dit nauwkeurig genoeg kan voorspellen. Door de ablatie vooraf te kunnen plannen, kan een nauwkeurigere ablatiezone worden gecreëerd. Hierdoor is er minder kans op de vorming van recidieven. In dit onderzoek wordt onderzocht in welke mate het simulatieprogramma Simulation Assistent for Interventional Radiology (SAFIR) een correcte voorspelling kan maken van een ablatiezone in vergelijking met de werkelijke ablatiezone. Daarbij is ook gekeken of er een verschil zit in de voorspelling tussen RFA en MWA, en tussen HCC en CRLM. Er zijn pre- en postablatieve CT-scans van 14 laesies gebruikt, die gemaakt zijn tijdens en direct na de ablatieprocedure. Deze 14 laesies bestaan uit HCC of CRLM en zijn allemaal behandeld met behulp van RFA of MWA. In SAFIR is een voorspelling gemaakt op basis van de preablatieve CTscan. Deze voorspelling wordt vergeleken met de werkelijke ablatiezone op de postablatieve CT-scan met behulp van een aantal parameters. Uit de analyse van deze parameters blijkt dat het simulatieprogramma SAFIR een groter simulatievolume voorspelt dan het necrosevolume werkelijk is. Hierdoor overlapt het simulatievolume grotendeels met het necrosevolume. Verder wordt er in de voorspelling onnodig veel gezond leverweefsel geableerd. Concluderend geeft het programma SAFIR op dit moment een te grote voorspelling van de ablatiezone. Dit kwam mede doordat het binnen het onderzoek niet mogelijk was om in SAFIR de leverrand en de vaten te segmenteren. Voor toekomstig onderzoek wordt daarom aanbevolen om te achterhalen hoe deze segmentaties beter en sneller kunnen verlopen. Verder blijkt dat SAFIR een betere voorspelling doet van een ablatie die is gedaan met RFA, in vergelijking met MWA. Ten slotte kan SAFIR een betere voorspelling maken van CRLM dan HCC. |
Item Type: | Essay (Bachelor) |
Faculty: | TNW: Science and Technology |
Subject: | 44 medicine, 50 technical science in general |
Programme: | Technical Medicine BSc (50033) |
Link to this item: | https://purl.utwente.nl/essays/81500 |
Export this item as: | BibTeX EndNote HTML Citation Reference Manager |
Repository Staff Only: item control page