University of Twente Student Theses

Login

Activiteitenmonitoring in de bariatrische populatie : een review

Huisintveld, B.A. and Oosterhout, L.E. van (2020) Activiteitenmonitoring in de bariatrische populatie : een review.

[img] PDF
834kB
Abstract:Bij bariatrische chirurgie is op dit moment geen gouden standaard aanwezig voor het nazorgtraject. Daarnaast worden de postoperatieve leefstijlveranderingen niet altijd behaald. Een belangrijk onderdeel van de leefstijlverandering is een verhoging van fysieke activiteit. Om deze te meten kunnen zowel objectieve als subjectieve meetmethoden worden gebruikt. In deze review zijn beide methoden vergeleken. Hierbij is onderzocht wat de meerwaarde van de objectieve ten opzichte van subjectieve monitoring is, waarbij de verwachting was dat objectief een accurater beeld gaf van fysieke activiteit. Dit onderzoek betreft een review, waarbij literatuuronderzoek in de databases Scopus, Web of Science en PubMed heeft plaatsgevonden. Onderzoeken zijn geïncludeerd wanneer deze een vergelijking maken tussen de subjectieve en objectieve meetmethoden voor het meten van het fysieke activiteitenpatroon bij de bariatrische populatie. Van de 55 beschikbare potentieel relevante onderzoeken zijn tien onderzoeken geïncludeerd. De onderzoekspopulaties zijn bariatrische patiënten tussen de 18 en 65 jaar oud. De populaties zijn homogeen, omdat deze voor 72 tot 100 procent uit vrouwen bestaan. Correlaties tonen aan dat de subjectieve rapportage van fysieke activiteit niet wordt bevestigd door de objectieve meetmethode. Met de subjectieve meetmethode vindt een hogere rapportage plaats. Daarnaast is de discrepantie tussen de twee meetmethoden postoperatief groter dan preoperatief. De onderzoekspopulatie van dit onderzoek is specifiek en relevant voor de probleemstelling. Daarbij is de objectieve meetmethode, een accelerometer, een gevalideerd meetinstrument voor het meten van fysieke activiteit. De combinatie van een ActiGraph GT3X+ als objectieve met de International Physical Activity Questionnaire (IPAQ) als subjectieve meetmethode levert postoperatief het beste inzicht in het fysieke activiteitenpatroon. Hoewel de populaties voornamelijk homogeen waren en de resultaten generaliseerbaar naar de werkelijke bariatrische populatie, resulteerde dit in beperkt inzicht in meer diverse populaties. Vervolgonderzoek naar heterogene populaties is daarom gewenst. De meerwaarde van de objectieve methode is dat deze kwantitatieve data verkrijgt, wat zorgt voor accurater inzicht in fysieke activiteit. De subjectieve methode kan aanvullend worden gebruikt voor context, om in kaart te brengen in welke categorieën fysieke activiteit plaatsvindt. Op individueel niveau kan een activiteitenplan, dat is gericht op het behalen van een minimum hoeveelheid fysieke activiteit, worden opgesteld. Aan de van de verzamelde data kan per persoon de voortgang met betrekking tot het activiteitenplan worden bijgehouden. Om sensoren te implementeren moeten medewerkers kennis over de sensor en het gebruik verkrijgen, zijn hier kosten aan verbonden en moet de structuur van consulten worden aangepast. Medewerkers moeten het belang van objectieve monitoring en postoperatieve leefstijlverandering overbrengen op de patiënt. De objectieve methode moet in de praktijk bij een heterogene populatie worden getest. Een pilotonderzoek kan hierbij een uitkomst bieden.
Item Type:Essay (Bachelor)
Faculty:TNW: Science and Technology
Subject:50 technical science in general, 70 social sciences in general
Programme:Health Sciences BSc (56553)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/81765
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page