University of Twente Student Theses

Login

Imaging the ovarian veins with a 0,25 T tiltable MRI scanner in upright position

Wijk, R.S.M. van (2021) Imaging the ovarian veins with a 0,25 T tiltable MRI scanner in upright position.

[img] PDF
25MB
Abstract:Het doel van dit onderzoek is om de vena ovarica in beeld te brengen bij gezonde vrouwelijke proefpersonen met behulp van de 0, 25 T kantelbare MRI­scanner in staande positie, en daarmee een optimaal beeldvormingsprotocol te ontwikkelen voor het afbeelden van de vena ovarica in staande positie. Het uitvoeren van MRI in staande positie kan namelijk mogelijk bijdragen aan het diagnosticeren van Pelvic Venous Congestion Syndrome, afgekort PVCS. Door MRI uit te voeren in staande positie zullen de vena ovarica verwijden, waardoor de bekken varices, als gevolg van PVCS, mogelijk duidelijker zichtbaar zijn in de verkregen afbeeldingen. Wanneer met zekerheid kan worden gesteld dat de beide vena ovarica in beeld gebracht kunnen worden bij gezonde vrouwelijke proefpersonen, kan verder onderzoek worden gedaan naar hoe deze techniek mogelijk kan bijdragen aan het diagnosticeren van PVCS. Om een optimaal beeldvormingsprotocol te ontwikkelen voor het afbeelden van de vena ovarica met de 0, 25 T kantelbare MRI­scanner in staande positie, is allereerst geprobeerd de vena ovarica in beeld te brengen met behulp van een 1, 5 T MRI­scanner in liggende positie. Op deze manier kan worden bepaald of de vena ovarica met een hogere veldsterkte in beeld gebracht kunnen worden, en kan achterhaald worden wat de exacte locatie is. De volgende afbeeldingssequenties zijn uitgevoerd op 1, 5 T in liggende positie: T2­gewogen fast spin echo sequentie, een time­of­flight sequentie, een T1­gewogen Dixon sequentie en een phase contrast MRA sequentie. De sequenties die een contrast verkregen waarbij de vena ovarica zichtbaar zijn op 1, 5 T in liggende positie, zijn opnieuw uitgevoerd bij 0, 25 T in staande positie. Op 0, 25 T in staande positie is opnieuw gekeken of de overgebleven sequenties een contrast verkregen waarbij de vena ovarica zichtbaar zijn. Waarna vervolgens een optimaal beeldvormingsprotocol kan worden ontwikkeld voor het in beeld brengen van de vena ovarica in staande positie. Enkel met behulp van de T2­gewogen fast spin echo sequentie is een contrast verkregen waarbij de linker vena ovarica is afgebeeld op 1, 5 T in liggende positie. Bij de andere uitgevoerde sequenties was het contrast niet juist voor het identificeren van de linker vena ovarica en/of rechter vena ovarica. Om deze reden is enkel de T2­gewogen fast spin echo sequentie uitgevoerd bij de 0, 25 T kantelbare MRI­scanner in staande positie. Bij een veldsterkte van 0, 25 T in staande positie werden ook structuren afgebeeld die mogelijk de linker vena ovarica zouden kunnen zijn. Echter, door artefacten als gevolg van darmperistaltiek en het niet kunnen volgen van het verloop van deze structuren, was het lastig om dit met zekerheid vast te kunnen stellen. De rechter vena ovarica kon niet in beeld gebracht worden. Het afbeelden van de beide vena ovarica met behulp van de 0, 25 T kantelbare MRI­scanner in staande positie is gedurende dit onderzoek nog niet succesvol geweest. Desondanks, kan er geconcludeerd worden dat het beeldvormingsprotocol voor het afbeelden van de vena ovarica in staande positie wel de T2­gewogen fast spin echo sequentie uitgevoerd in axiaal vlak moet omvatten. Met behulp van deze sequentie kan namelijk een contrast worden verkregen, waarmee de vena ovarica kunnen worden geïdentificeerd. Er zal verder onderzoek moeten worden gedaan om dit beeldvormingsprotocol te optimaliseren, zodat beide vena ovarica afgebeeld en geïdentificeerd kunnen worden in staande positie met behulp van de 0, 25 T kantelbare MRI­scanner.
Item Type:Essay (Bachelor)
Faculty:TNW: Science and Technology
Programme:Biomedical Technology BSc (56226)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/87412
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page