University of Twente Student Theses

Login

De e-grondroerder

Tankink, K.J. (2015) De e-grondroerder.

[img] PDF
1MB
Abstract:De ondergrondse infrastructuur in Nederland blijft zich ontwikkelen. In Nederland ligt ruim 1,7 miljoen kilometer aan kabels en leidingen in de ondergrond (Rijksoverheid, 2014). Doordat deze kabels en leidingen niet allemaal even goed geregistreerd zijn, is de kans op het ontstaan van een graafschade groter. Een graafschade ontstaat doordat tijdens graafwerkzaamheden kabels en leidingen beschadigd worden (Rijksoverheid, 2014). De overheid wil het aantal graafschades reduceren, omdat deze schade veel geld kost. Uit onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid blijkt dat een graafschade ontstaat door een foutieve informatie-uitwisseling en/of het onzorgvuldig graven door de grondroerende partij (Joustra, Muller, & Asselt van, 2015). De focus ligt in dit onderzoek op informatie-uitwisseling. Het is de vraag wat er misgaat in de huidige informatie-uitwisseling en wat er in de toekomst moet verbeteren. Het doel van het onderzoek luidt: Het in kaart brengen van de huidige knelpunten en toekomstige behoeftes van de grondroerder bij de informatie-uitwisseling over de ondergrondse infrastructuur. De resultaten zijn verkregen door individuele- en groepsgesprekken te voeren met verschillende grondroerders. In het onderzoek zijn de grondroerders beschouwd als de zogenaamde ‘dromers met de klompen in de klei’. Dit houdt in dat de grondroerders een toekomstschets maken op basis van de huidige knelpunten en de toekomstige behoeftes. De knelpunten tijdens de informatie-uitwisseling kenmerken zich door onvolledige- en onjuiste informatie, te weinig communicatie tussen de verschillende stakeholders en te weinig uniforme én gestandaardiseerde processen tijdens de informatie-uitwisseling. Het ontbreken van de informatie over huisaansluitingen wordt als knelpunt gezien. Daarnaast zijn de respondenten van mening dat er te veel informatie verloren gaat in de procedure bij de afwijkende ligging, omdat dit regelmatig niet gemeld wordt. Het derde knelpunt is volgens de geïnterviewden dat de informatie niet altijd actueel is en dat daardoor de kans op graafschades onnodig verhoogd. Volgens de respondenten moeten deze knelpunten in de toekomstige informatie-uitwisseling verbeteren. Op basis van de eerder genoemde knelpunten is een aantal toekomstige behoeftes van de grondroerders op het gebied van informatie-uitwisseling benoemd. Ten eerste willen de respondenten dat de huisaansluitingen verplicht meegeleverd worden in de KLIC, omdat volgens hen te veel ongelukken gebeuren door het ontbreken hiervan. Daarnaast verbetert volgens de respondenten de informatie-uitwisseling door de aangeleverde KLIC-melding te beginnen met een alomvattende schets van het gehele terrein en vervolgens de aparte onderdelen in de KLIC-melding. Ten tweede moet volgens de geïnterviewden het proces van registratie en verwerking verbeteren om de informatie uiteindelijk zo precies mogelijk te kunnen leveren. Vooral het proces rondom de afwijkende situatie is vaak bediscussieerd en zal in de toekomst waarschijnlijk een discussiepunt blijven. De respondenten willen een beloning voor de grondroerder voor het melden van de afwijkende ligging, zodat er geen informatie verloren gaat. Daarnaast is er dringend verzoek aan de netbeheerder om een meetploeg op verzoek te organiseren, zodat er waar nodig in ieder geval snel een netbeheerder ter plaatse is om de ligging te constateren, registreren en vervolgens verwerken. Hiermee wordt het volgende punt ingeluid, namelijk de actualisatie van informatie. Door dergelijke processen gestandaardiseerd en uniform aan te pakken, is de doorlooptijd korter en zal de aangeboden informatie in de toekomst actueler moeten zijn. Om deze processen nog beter te laten verlopen, willen de respondenten in de toekomst een zogenaamde digitale rotonde waarop alle benodigde informatie in de voorbereiding op het graven centraal opgeslagen staat. De centrale data op het digitale platform draagt bij aan de uniforme aanpak om het aantal graafschades te reduceren. Ten derde willen de respondenten dat de KLIC-melding in de toekomst overzichtelijker is. Zoals bij de eerste behoefte al genoemd, moet de KLIC-melding een samenvattende situatieschets bovenaan het document bevatten. Ook moet de KLIC-melding een reminder bevatten als de melding bijna verloopt en daarbij moet de grondroerder direct kunnen verlengen, het liefst tegen gereduceerd tarief. Daarnaast moet de KLIC aangeleverd worden in vectorbestanden, hiervoor moet - 3 - het Kadaster tooling bedenken. Het kadaster moet in staat zijn de gestelde eisen rondom de KLIC-melding te verwerken. Concluderend is er behoefte aan een vijftal WOW-factoren. De WOW-factor is een kwaliteit of functie, die zeer indrukwekkend is. Ten eerste de verplichting van het leveren van informatie over huisaansluitingen in de WION. Ten tweede de eis van een centrale opslag van data in een digitaal platform volgens een standaard richtlijn met uniforme afspraken. Ten derde de meetploeg op verzoek vanuit de netbeheerders. De vierde en vijfde WOW-factoren zijn de alomvattende weergave bovenaan het bestand vanuit een KLIC-melding en de reminder in de mail voor het (bijna) verlopen van de geldigheid van de KLIC-melding.
Item Type:Essay (Bachelor)
Faculty:ET: Engineering Technology
Subject:56 civil engineering
Programme:Civil Engineering BSc (56952)
Link to this item:https://purl.utwente.nl/essays/68355
Export this item as:BibTeX
EndNote
HTML Citation
Reference Manager

 

Repository Staff Only: item control page