University of Twente Student Theses
Steenbekleding Putterzeedijk : een onderzoek naar een inpasbare oplossing voor de problemen omtrent de steenbekleding
Bakker, P.J.J. (2015) Steenbekleding Putterzeedijk : een onderzoek naar een inpasbare oplossing voor de problemen omtrent de steenbekleding.
PDF
3MB | |
Microsoft Excel
85kB | |
Microsoft Excel
5MB | |
Microsoft Excel
5MB | |
Microsoft Excel
4MB | |
Microsoft Excel
4MB |
Abstract: | De Putterzeedijk is onderdeel van de zuidelijke randmeerdijken (dijkring 45). Deze dijken zijn op het buitentalud met een bekleding bestaande uit natuur- en basaltstenen afgewerkt. De steenbekleding is in de tweede toetsingsronde goedgekeurd, maar hierbij is wel de voorwaarde gesteld dat schade aan de bekleding dient te worden hersteld. De bekleding kent namelijk losse stenen, open ruimten tussen stenen, gaten in de steenzetting en verzakkingen. Tezamen met de gladheid, oneffenheid en de beperkte zichtbaarheid van de steenbekleding, maakt dit het buitentalud slecht te beheren. Het doel van dit onderzoek is het komen tot een inpasbaar en robuust advies voor het beheer van het buitentalud van de Putterzeedijk op de lange termijn en, indien nodig, aanpassingen die dit beheer mogelijk maken. Dit onderzoek heeft geleid tot de oplossing weergegeven in het onderstaande figuur. Voor de Putterzeedijk zijn de twee omliggende Natura2000-gebieden van groot belang. Door aan de teen of het ondertalud van de dijk niks te veranderen, is er van compensatiemaatregelen en risico’s binnen dit kader geen sprake. Herstellen van de steenbekleding (als toplaag) op manieren anders dan met zetsteen conflicteert met het periodiek opschonen van de steenbekleding. De zetstenen zullen uit het buitentalud van de Putterzeedijk zelf moeten worden gehaald. De steenbekleding op het boventalud wordt amper of niet hydraulisch belast. Door het boventalud met klei te overdekken, kunnen stenen hier vrij worden uitgehaald. De kleilaag maakt tevens het ondertalud beter te bereiken. Dit betekent een gematigde verbetering van de mogelijkheden tot beheer van de Putterzeedijk. Er zijn grotere winsten te halen, maar deze gaan gepaard met aanzienlijk grotere investeringen en een verlies aan inpasbaarheid. De Putterzeedijk moet worden opgedeeld in deeltrajecten. Wanneer de dijk als één traject wordt beschouwd is het niet mogelijk het buitentalud aan te passen, én de korstmossen en de cultuurhistorische waarde van de steenbekleding te behouden. Door de Putterzeedijk op te delen zijn er veel verschillende alternatieven te formuleren. In dit rapport zijn de meeste mogelijkheden beschouwd. Er zijn echter maar een aantal alternatieven opgesteld. Door mogelijkheden te combineren of binnen het traject anders te plaatsen, zijn er meer alternatieven te formuleren. Het eerste lijkt niet van toegevoegde waarde te zijn. Het tweede wel. Het is daarom mogelijk in bepaalde 3 opzichten van het de formulering van voorkeursalternatief af te wijken. Zo lang de volgende principes van het alternatief intact worden gelaten: Die rietkraag wordt niet verwijderd en aan de teen van de dijk wordt niets veranderd; Zo lang het andere belangen dan beheer niet te veel schaadt, wordt de steenbekleding tot 7m van de kruin met een laag van lichte klei overdekt; Waar de steenbekleding bovenop ligt, wordt deze naar zijn oude staat hersteld. Hiervoor worden stenen uit de overdekte steenbekleding gebruikt; Er wordt een significant gedeelte van het traject van de Putterzeedijk cultuur-historisch verantwoord hersteld; Bij het eventueel herplaatsen van korstmossen wordt gelet op de mogelijkheden tot beheer, de expositie, de steensoort van de omliggende stenen en de ligging ten opzichte van de visstekken; Het is op dit moment niet mogelijk de steenbekleding voor het hele traject van de Putterzeedijk met vooruitzicht op de vierde toetsingsronde goed te keuren. Dit komt door onzekerheden in de te hanteren hydraulische randvoorwaarden en een zwakte van de Putterzeedijk voor materiaaltransport vanuit de ondergrond dat op één plaats kan leiden tot het faalmechanisme ‘Erosie onderlagen’. Het is daarom aangeraden de vierde toetsingsronde af te wachten. Wanneer de vastgestelde hydraulische randvoorwaarden tot een onvoldoende leiden, is het vervolg de steenbekleding ter plaatse van P5 open te breken en de bouw van de filterlagen opnieuw te bepalen, of een kwalitatief oordeel te vellen. Indien de steenbekleding na deze stappen nog steeds onvoldoende scoort, zal het voorkeursalternatief moeten worden aangepast. Dit kan worden gedaan door voor het oostelijke gedeelte van de Putterzeedijk een beheerberm aan te leggen of hier de originele steenbekleding te vervangen met een kunststenen bekleding. Deze maatregelen zijn minder inpasbaar dan (de principes van) het voorkeursalternatief en vergen grote investeringen. De maatregelen zo klein mogelijk houden is daarom gewenst. Om de strekking van de problemen vast te stellen, zullen er extra steekproeven tussen P2 en P9 moeten worden gedaan. |
Item Type: | Essay (Bachelor) |
Faculty: | ET: Engineering Technology |
Subject: | 56 civil engineering |
Programme: | Civil Engineering BSc (56952) |
Link to this item: | https://purl.utwente.nl/essays/68882 |
Export this item as: | BibTeX EndNote HTML Citation Reference Manager |
Repository Staff Only: item control page